1570
1571
vis
101
92
boter
60
72
wijn
21
17
zout
15
2
hop
9
10
vers vlees
6
5
groenten
5
3,5
kaas
2
2,5
olie
2
1
eieren
1
0,5
jopenbier
1
1
totaal
223
206,5
wijn, wat ze ook rijkelijk deden. Zo vloeide er
wijn bij de afrekening met de pachters, bij de
komst van de biechtvader, bij de komst van de
kerkmeester en bij de eindafrekening. In 1570
dronken de bestuurders voor negen gulden
aan wijn op, meer dan de helft van alle ge
kochte wijn, en meer dan het jaarsalaris van
de knecht.
De uitgaven van 1571 zijn vergelijkbaar met
die van 1570 met uitzondering van het zout.
Mogelijk was er van 1570 nog voldoende zout
over (zie ook de tabel).
In 1570 was er een tekort op de totale exploi
tatie van ƒ130; in 1571 liep dat tekort op tot
ƒ400. Daar staat tegenover dat het gasthuis
nog tegoeden had uitstaan van onder andere
pacht, rente en erfenissen voor maar liefst
ƒ1224 in 1570 en voor ƒ1192 in 1571. Blijk
baar waren deze tegoeden moeilijk inbaar.
Geen goede uitgangspositie om een langduri
ge oorlog in te gaan.
Hoe het gasthuis deze twintig oorlogsjaren
doorkwam, kunt u lezen in een volgend artikel.
Noten
1 Het citaat boven de tekst is afkomstig uit:
Sjoerd Galema, Ria Gresnigt en Mei ia Kooij-
van der Leur, De rekeningen van het Nieuwe
Gasthuis over de jaren 1570-1575, Regionaal
Archief Zutphen, 2008, 1571/72 p. 30.
2 Een jaar liep van 22 februari tot en met 21 fe
bruari het jaar erop. Als we schrijven over het
jaar 1570, bedoelen we het jaar dat begint op
22 februari 1570 en eindigt op 21 februari 1571
3 Dieter Hagermann, Adriaan Verhulst, Rolf
Scheider e.a., Het dagelijkse leven in de Mid
deleeuwen, 2001
L. Burema, De voeding in Nederland van de
Middeleeuwen tot de Twintigste eeuw, 1953.
Thomas Spitzers, Faunaresten uit de 17e
eeuwse beerput van de hof van Heeckeren te
Zutphen, 1998.
Job Westrate, 'Rotte vis en zuren wijn', in:
Madoctijdschrift over de Middeleeuwen,
jaargang 20, nummer 4 (2006), p. 272-280.
Christianne Muusers, 'In de ban van Beke-
moth', in: Madoctijdschrift over de Mid-del-
eeuwen, jaargang 20, nummer 4 (2006),
p. 264-271.
Els F.M. Peters, 'Met Katherina aan tafel. De
Tabel. Uitgaven in guldens aan voedsel en drank
in het Nieuwe Gasthuis.
keukenboeken van Katherina van Kleef 1457
1459', in: Op reis en aan tafel met Katherina
van Kleef 1417-1476, Antwerpen 2009.
4 Er gaan 15 plak in één stuiver; 28 stuivers gaan
in één gulden. Eén molder is ongeveer 125
liter. Ter vergelijking: het dagloon van een ar
beider was drie stuiver oftewel 45 plak.
5 Mout, in de rekeningen moltes genoemd, is
graan, veelal gerst, dat men heeft laten kiemen
om er bier van te maken.
6 ln 1571 zijn deze cijfers: 1 molder tarwe, 100
molder rogge, 62 molder boekweit, 36 molder
haver, 120 molder moltes (mout).
7 De klerken kregen in 1570 2 molder per
persoon en in 1571 2Vi. We nemen de ruime
hoeveelheid en gaan hier uit van 21A molder
per persoon. Zie ook: Sjoerd Galema, 'Van
uytgheven ende upboren', in: Zutphen, tijd
schrift over de historie van Zutphen en omge
ving, 2002 nr 1
8 In 1571 werd er voor 41 personen roggemeel
gemalen: 15 klerken, 6 kostkopers en 20 an
dere personen.
9 Zie onder andere: 'Van stal gehaald no 21
Groene Texelse schapenkaas', in: Zeldzaam
huisdier, Magazine Stichting Zeldzame Huis
dierrassen, juni 1998 en Wikipedia Texel.
10 Woordenboek der Nederlandsche Taal en
Groot woordenboek van de Nederlandse taal
(Van Dale).
11 Het vee werd niet alleen ingekocht om te wor
den gegeten, maar het werd ook gebruikt in
de landbouw; er werd mee gefokt en het werd
verhandeld.
12 Uitgaande van het gegeven dat de klerken voor
zeven gulden 416 pond boter kregen.
ZUTPHEN 105