Twee recepten
Een voorbeeld van een smoerpoetvinden we in het volgende recept:
Neemt palinc ende die snijt met kerten. Dese siet in pureie van erten ende doet erin peter-
celie met doren van eyeren, ghimberpoeder ende wat cleyn cruyts al tsamen gestootenmit
wat verjuis doergedaen. Dit laet sieden sonder den visch.
Neem paling en snijdt deze in stukken. Kook die in erwtenpuree en doe er peterselie, eier
dooiers, gemberpoeder en wat specerijen in, alles goed fijngemaakt. Wrijf dit door een
zeef met wat zuur vruchtensap van onrijp fruit. Laat dit koken zonder de vis.
Van de honing en de kruiden, die rond Nieuwjaar gekocht werden, konden koeken gebak
ken worden:
Neemt in den eersten zeem ende doeten over tvier totdat hi werm si. Als hi werm es, so
doeten af ende doet er cruyt inne ende bloeme. Dan rueret wel met eenen lepel. Ende alst
dick wert, so cnedet. Dan eest coecdeech. Dan suldijt maken viercantich oft ront so ghi
dat hebben wylt. Als ghijt na u fautsoen ghemaect hebtso steectse in den hoven ende
bacse wel. Maer den hoven en moet niet met allen heet sijn.
Neem eerst de honing en doe die op het vuur, totdat ze warm is. Als ze warm is, haal haar
dan van het vuur en doe er specerijen bij en bloem. Roer dan goed met een lepel en kneed
het als het dik wordt. Dan is het koekdeeg. Dan kunt u het vierkant of rond maken, zo u
dat hebben wilt. Als u de goede vorm gemaakt hebt, plaats het dan in de oven [vaak een
pan op een rooster boven het vuur met kooltjes vuur op het deksel] en bak ze goed. Maar
de oven moet volstrekt niet heet zijn.
Beide recepten: Ria Jansen-Sieben, en Marleen van der Molen-Wülebrands, Een notabel boecxken van
cokeryen, internetversie 1994, oorspronkelijke uitgave Brussel circa 1514 door Thomas vander Noot
Drank en lekkernijen
Bij de maaltijd dronk men bier. Het sterk
verwaterde gerstebier was de drank van de ge
wone man. Het water was te slecht van kwali
teit om ongekookt te kunnen drinken; melk
werd nauwelijks gedronken, en koffie en thee
waren nog niet bekend. Het bier werd gebrou
wen door een brouwer, die er goed voor werd
betaald. In 1570 kreeg de brouwer bijvoor
beeld ongeveer twaalf gulden per jaar, bijna de
helft meer dan wat de knecht van het gasthuis
dat jaar uitbetaald kreeg. Bij het brouwen werd
hop gebruikt om het bier een bittere smaak te
geven en de houdbaarheid te verhogen. Hop
verbouwde men op een veld in de Nieuwstad,
maar men kocht het ook in. Op hoogtijdagen
werden de bewoners op wijn of jopenbier ge
trakteerd. Het jopenbier kwam oorspron
kelijk uit Dantzig, maar al in de vijftiende
eeuw werd dit bier nagemaakt in Holland. Het
was een dik, donkerbruin bier, dat ook ge
bruikt werd als medicijn.10 De meeste wijn
werd ingekocht, maar waarschijnlijk maakte
het gasthuis zelf ook wijn, want elk jaar werd
er een arbeider betaald voor het opbinden van
de wijnstokken.
Enkele keren per jaar werd er een speciale trak
tatie opgediend in het huis. Rond Pasen was dit
de paaswegge, een wigvormig wit tarwebrood
met of zonder krenten. Mikken werden twee
maal per jaar gebakken. Deze mikken, grove
broden van rogge en tarwemeel, werden gege
ven aan de bewoners van het gasthuis zelf, of
werden uitgedeeld aan buiten het huis wonen
de armen. Het bakken ervan kon wel drie
avonden in beslag nemen. De mikkenbakkers
werden hiervoor beloond met brandewijn. De
laatste roggeoogst was aanleiding voor het eten
van de stoppelhaaneen traktatie die gelijk kon
ZUTPHEN