het erg lang houdbaar was. Door de vis eerst plat te slaan, te zouten en daarna aan rekken te hangen om te drogen kon men de dusdanig ge prepareerde stokvis wel drie jaar lang bewaren. Het vlees en de vis werden veelal in een stoof pot (smoerpoet) gestoofd, samen met groenten als deze er waren. Gebraden gerechten wer den alleen geserveerd op drie hoogtijdagen: op Sint-Effemina (13 april), op Sint-Beda (27 mei) en op Sint-Maarten (11 november). De groen ten die gekocht werden voor de stoofpot, wa ren bonen, erwten, rapen, wortelen en look, wat zowel prei, uien of knoflook kon zijn. De stoofpot werd op smaak gebracht met peper, mosterd en andere, niet met name genoemde kruiden en specerijen. Het is zeer waarschijnlijk dat het gasthuis een eigen moestuintje had, waar groenten en kruiden geteeld werden. Af en toe kreeg de beheerster (in de rekeningen moer of moeder genoemd) van het gasthuis geld om wortel zaad en kruidenzaad te kopen voor op het hof. Het Nieuwe Gasthuis bezat een hof op de Nieuwstad, het ziekenhuis had een hof op de Mars. Op het Laer, een boerderij bij Al- men, stonden appelbomen, waaraan het gast huis in 1571 had geschodit (geschud). Ook peren en noten had het gasthuis van eigen grond. Het jaar 1571 was kennelijk een erg goed jaar voor fruit en noten; het gasthuis verdiende maar liefst 6,50 aan de verkoop van noten, appels en peren. Boter, kaas, en eieren Van de melk van de koeien werd boter en kaas gemaakt, maar dat was niet genoeg, want er werd ook boter en kaas gekocht. Boter kocht men op de botermarkt in Deventer. De gezouten boter werd per schip in vaten naar Zutphen vervoerd. Behalve boter had men vet van de geslachte runderen (ongel) en varkens (reuzel), en kocht men raapolie en olijfolie. De kaas die gekocht werd was komijnekaas, maar ook witte kaas en speciale Texelse kaas. Die Texelse kaas was een schapenkaas die groen van kleur was. Deze kleur kreeg de kaas door het gebruik van schapenkeutels. De keu tels werden in een neteldoek gedaan en in water gekookt. Het groene sap dat daar af kwam werd in de melk gegoten. Hier werd dan kaas van gemaakt, die door het mestsap een pittige smaak kreeg en beter houdbaar bleek. Tot aan de jaren dertig van de 20ste eeuw werd deze Texelse kaassoort verkocht; daarna werd hij door de Keuringsdienst van Waren verboden.9 Eieren had men waarschijnlijk van eigen ge vogelte, maar er werden ook eieren gekocht. Steevast werden de eerste eieren van het jaar vlak voor Pasen gekocht. Historisch eet- en drinkgereedschap: kanpollepel en fles. (foto's: Stedelijk Museum Zutphen) 102 ZUTPHEN

Periodiekenviewer van Erfgoedcentrum Zutphen

Zutphen (vanaf 1982) | 2010 | | pagina 6