JAN FRINGS Op de site van de Historische Vereniging Zutphen (HVZ) staat een gedeelte van de adres boeken van Zutphen.* Het zijn de adresboeken van 1863 (de oudste in het archief) tot 1920 om de ruwweg tien jaar. Je kunt er aardige dingen aan zien, bijvoorbeeld hoeveel bakkers er waren, waar ze zaten, wat voor mensen er in de Beukerstraat woonden, de beroepen van stemgerechtigden enzovoort. Het is een kleine database; daarover gaat dit verhaal. Als de Werkgroep Bouwhistorie van de HVZ een pand heeft bezocht, dan volgt daarop een onderzoek naar de vroegere eigenaren van dat pand. Al zijn bewoners lang niet altijd de eige naren, toch hoort ook de bewoningsgeschiede- nis bij het plaatje. Voor dit onderzoek worden diverse bronnen gebruikt, ook de adresboeken. Tot 1938 staan de bewoners er op achternaam gerangschikt in, terwijl de onderzoeker alleen maar een adres weet. Dat betekent dat hele adresboeken moeten worden doorgelezen, op zoek naar een bepaald adres. Dat is werk dat je niet te lang moet en kunt doen. Het is aangena mer voor dit zoekwerk een computer te gebrui ken. Zo ontstond het plan de adresboeken in de computer in te voeren. Alle adresboeken, al was het maar tot 1938, bleek al snel al te ambi tieus. Dat moesten we dan eerst maar eens om de tien jaar doen, dat was nog werk genoeg. Een klein probleem was dat de reeks adresboe ken in het archief niet compleet is. De boeken van 1860 en 1870 ontbreken. Daarom zijn het de adresboeken van 1863, 1871, 1880, en ver der echt om de tien jaar tot en met 1930. Een groter probleem is of de gekozen tijdsinterval wel geschikt is: stel dat men indertijd om de zes jaar verhuisde. Nu zijn er wel onderzoe ken gedaan naar dergelijke zaken, maar die bleken al snel ongeschikt voor de oplossing van dit probleem. Daarom is besloten zelf maar een onderzoekje te doen naar het verhui zen in Zutphen, en wel in het midden van de geregistreerde periode. Dat werd dus 1890. De kernvraag is hoe lang men rond die tijd op eenzelfde adres bleef wonen. Materiaal en methode De adresboeken zelf moesten de gewenste in formatie verschaffen. Dat is het materiaal. De gebruikte methode is ontleend aan Dixon Massey (1957, p. 310), namelijk een sequenti- ele test op een gemiddelde waarde (zie de ka dertekst op p. 82 e.v.). Dat betekent dat na ie dere waarneming uit de adresboeken één van de volgende drie beslissingen wordt genomen: - De van tevoren gemaakte veronderstelling wordt geaccepteerd. - Het alternatief van diezelfde veronderstel ling wordt geaccepteerd. - Er wordt nog een waarneming gedaan. Een markant voordeel van deze benadering is dat daar gemiddeld het kleinste aantal waarne mingen voor nodig is. Die van tevoren gemaak te veronderstelling stelt dat men gemiddeld meer dan tien jaar op een adres woont, en vol gens het alternatief is dat minder. Eigenlijk is het wat ingewikkelder, maar ook preciezer (zie de kadertekst). Uiteraard moet zo'n waarneming willekeurig zijn, at random. Nu is er nauwelijks een betere randomisator dan het alfabet. Zo was er ooit een burgemeester Coenen, maar ook een rangeerder bij de spoorwegen met die naam. Het simpelste is dus gewoon vooraan beginnen in 1890 met de weduwe Aaftink, geboren Hen- driksen, en te kijken van wanneer af die woon de op het opgegeven adres: Emmerikscheweg Zie www.historiezutphen.nl; onder Naslag staan de behandelde database Adresboeken. Via www.regionaalarchiefzutphen.nl zijn de gescande Adresboeken te bereiken. ZUTPHEN Mobiliteit In Zutphen rond 1890

Periodiekenviewer van Erfgoedcentrum Zutphen

Zutphen (vanaf 1982) | 2010 | | pagina 15