Er werd ook op politieke gronden geprotes teerd tegen de komst van kinderen uit Duits land. De Nederlandse afdeling van de Bond van Neutrale Landen vond het niet juist dat er kinderen uit een van de oorlogvoerende landen in Nederland werden opgevangen.9 Nederlanders konden hun geld beter geven aan organisaties voor de opvang van onder voede kinderen uit eigen land. In een hoofdartikel in de Zutphensche CouranV0 werd hiertegen scherp stelling genomen. De Bond mist zuiver menschelijk medegevoel en het is schandalig dat men de oorlog over de ruggen van onschuldige kinderen wil uit vechten. Daar kwam nog bij dat deze bond vooral anti-Duits was en dus helemaal niet neutraal. Franse vluchtelingen Vanaf 1917 werden er in Nederland ook plaatselijke comités opgericht voor de opvang van Franse kinderen uit oorlogsge bieden. Het comité voor Zutphen en om streken stond onder leiding van mej. Reesink. Op 13 februari 1917 arriveerde een groep van duizend kinderen in Neder land. Van hen werden er twintig gehuis vest in Het Wapen van Ampsen te Lochem en 38 in Huize de Rees in Brummen.11 Via collectes werd voor de opvang in totaal 4258,19 ingezameld, waarvan 1368,50 was bijgedragen door inwoners van Zutphen.12 De kinderen zijn tot 26 februari 1919 gebleven; de laatste maanden woon den ze bij particulieren in Zutphen, Eer beek en Voorst.13 In het najaar van 1918 was het gebouw van school D aan de Waterstraat in Zutphen in gericht als verblijf voor 450 Franse vluchte lingen uit oorlogsgebieden.14 De Franse ge zant in Nederland bezocht zijn landgeno ten en had commentaar op de opvang: Fransen waren gewoon om witbrood te eten en waarom kregen ze dat niet in Zutphen? Hulpacties na de Eerste Wereldoorlog De Eerste Wereldoorlog eindigde met de wapenstilstand op 11 november 1918. Bij de daaropvolgende vredesonderhandelin gen werd besloten het Habsburgse rijk, met Wenen als hoofdstad, te ontmantelen. Van dit grote rijk, dat het huidige Oostenrijk, Hongarije, Tsjechië, Slowakije, Slovenië, Kroatië, Bosnië en delen van Zuid-Polen, Roemenië en Wit-Rusland omvatte, bleef alleen het nietige Oostenrijk over met de verhoudingsgewijs veel te grote hoofdstad Wenen. Het oude bestuurlijk centrum, We nen, werd ineens van bijna al zijn hulp bronnen afgesneden. Dit leidde al in 1919 tot een enorme chaos, gebrek aan veel eerste levensbehoeften en een hyperinflatie zoals die in Duitsland pas enkele jaren later zou plaatsvinden.15 In de loop van 1919 werden er in Nederland, maar ook in andere Europese landen, hulpacties op touw gezet om die arme Weners te gaan helpen, onder meer door kinderen uit Wenen tijdelijk op te nemen. Dit keer bleef Zutphen niet achter. Toen op 31 juli 1919 twee treinen met 550 joodse en 800 rooms-katholieke kinderen in Ne derland aankwamen, werden 36 joodse kinderen in Zutphen opgevangen. De helft werd ondergebracht in de loge van de vrijmetselaars aan de Rozengracht, de an deren logeerden bij particulieren. Geloofs genoten betaalden voor hun verblijf.16 Op 24 december van dat jaar arriveerden er twee treinen met 1250 joodse kinderen, van wie er 21 in Zutphen zouden gaan logeren. Er werden ook nationale inzamelingsacties op touw gezet. De gemeente Zutphen ont ving in december 1919 een brief van het landelijke Comité van Overheidspersoneel tot steun aan Oostenrijk.17 In deze brief werd voorgesteld dat ambtenaren de opbrengst van acht uur overwerk, of twee ZUTPHEN

Periodiekenviewer van Erfgoedcentrum Zutphen

Zutphen (vanaf 1982) | 2010 | | pagina 6