meeste plaatselijke ontvangstcomités geen
kans meer om groepen kinderen uit Duits
land en Oostenrijk op te vangen.* Waar
schijnlijk hebben er tijdens de Eerste Wereld
oorlog geen groepen Duitse of Oostenrijkse
kinderen in Zutphen gelogeerd. Er wordt in
elk geval niets over in de Zutphensche Cou
rant vermeld.
S
Vanaf mei 1918 waren er wel 138 Duitse
krijgsgevangenen bij particulieren in Zutphen
ondergebracht.5 De strijdende partijen waren
overeengekomen dat krijgsgevangenen over
en weer tot het einde van de oorlog in het
neutrale Nederland ondergebracht mochten Afb. 3. Foto van het gezin van horlogemaker Rik-
worden. De Duitsers werden in Zutphen als kert aan de Voorster Allee. De twee meisjes vooraan
welkome gasten behandeld. In een winkel- (met de gestreepte jurken) zijn Erna en Bertha Bo-
pand aan de Rozengracht werd een soort nosfski uit Bochum. Deze twee meisjes hebben cle
sociëteit ingericht, en op zondag was er een kastanjeboom geplant die op afbeelding 7 te zien is.
Duitstalige kerkdienst in de Broederenkerk. Andere personen, van links af: Riek (dochter), Ab
Aan deze gastvrijheid waren voor de Langkamp (in 1922 met Riek getrouwd), jo (oudste
Zutphense burgers geen kosten verbonden: dochter), mevr. Rikkert (dochter van Stegeman, boer
alles werd door de Duitse regering betaald. op de Kijkover), H.A. Rikkert, Mies (dochter) en een
vriendin van Mies. (foto: collectie G.H.A. Bongers)
Kritische geluiden
De opvang van kinderen uit Duitsland en was voor ondervoede kinderen uit Heeren-
Oostenrijk werd niet door iedereen enthousi
ast gesteund. In Nederland waren ook onder
veen in een vakantiekolonie in Egmond aan
Zee, omdat daar Duitse kinderen verbleven.7
voede kinderen, en als gevolg van toenemen- Het waren bovendien bepaald geen onder-
de voedselschaarste was intussen ook al heel voede kinderen uit arme gezinnen die daar
veel op de bon. In 1916 werd een berichtje verbleven: ze kochten in Egmond en omge-
in de krant over de aankomst van een groep ving alle zeep, glycerine, chocolade, et cete-
Duitse kinderen afgesloten met de zin: 'Het is ra op en stuurden dat naar hun ouders in
te hopen dat de Nederlandsche hongerige Duitsland. De gemeenteraad van Egmond
kinderen er geen schade door lijden.'6 Dat dit stuurde daarom een brief naar de minister
soms wel degelijk het geval was, blijkt uit het van Binnenlandse Zaken met het verzoek om
feit dat er in de zomer van 1917 geen plaats de komst van Duitse kinderen te verbieden.8
Nederland was voor de voedselvoorziening sterk afhankelijk van aanvoer over zee. Omdat Duitse on
derzeeboten ook geregeld Nederlandse schepen torpedeerden, was de scheepvaart praktisch stil komen
te liggen. Enkele voorbeelden van de voedselschaarste: In juli 1917 was er een grote protestmars in Zut
phen omdat er bijna geen aardappels meer te koop waren. Er was onvoldoende graan voor het bakken
van brood. Er was een groot gebrek aan brandstoffen. In de Zutphensche Courant stonden regelmatig ar
tikeltjes met als kop Regeringsvarkens en daar werden niet de heren in Den Haag mee bedoeld, maar de
varkens die van overheidswege geregistreerd waren. Droog beukenblad bracht in het najaar van 1917 75
cent per zak op. Het werd verwerkt in tabakskerverijen. Eikels werden massaal ingezameld voor onder
andere de cacao-industrie; beukennootjes brachten geld op omdat daar olie uit geperst kon worden.
ZUTPHEN