Foto's bij dit artikel De auteur is met dit onderzoek begonnen omdat hij wilde proberen te achterhalen in welk jaar de meisjes de kastanjeboom aan de Voorster Allee (afb. 1) hadden geplant. Er kon vrij snel worden vastgesteld dat deze boom niet door Oostenrijkse meisjes was geplant, maar door de zusjes Bonosfski uit Bochum. En die stad ligt in het Ruhrgebied, dus in Duitsland. Overigens kon de heer Bongers, een kleinzoon van horlogemaker Rikkert, mij ook vertellen waarom het huis op afbeelding 3 rond 1938 is afgebroken. Dat was vanwege een vreemde bepaling in de erfpachtcanon van de grond. Hierin stond dat het huis moest worden afgebroken als er geen opvolging in de mannelijke lijn was, en de heer Rikkert had bij zijn overlijden in 1937 wel drie dochters maar geen zoon! De mededeling dat de boom tijdens de Eerste Wereldoorlog was geplant, klopt waarschijnlijk ook niet. Ondanks uitgebreid onderzoek in de Zutphensche Courant, waarin legio berichten staan over de komst van kinderen naar Nederland, is niets gevonden over het opvangen van Duitse kinderen in Zutphen tijdens de Eerste Wereldoorlog. Mogelijk behoorden de meisjes tot de groep die in 1923 via de classis Zutphen van de Gereformeerde Kerk in de Graafschap was, maar zeker is dat niet. Ook voor de kinderen op de afbeeldingen 4 en 5 geldt dat het niet bekend is wanneer zij in Zutphen waren. Van de jongen op afb. 5 is alleen bekend dat hij uit Duitsland kwam. Over Franz Jozef Müller (afb. 4) is meer bekend. Het staat vast dat hij in 1908 in Breslau was geboren. Hij werd pas in 1930, bij de elfde volkstelling, in het bevolkingsregister opgenomen. Als hij bij de groep hoorde die in 1923 in Zutphen werd ondergebracht, en waarvan meer kinderen uit Breslau kwamen, dan zou hij op dat moment vijftien jaar geweest moeten zijn. De jongen op de foto ziet er echter jonger uit. Dus ook hierbij blijven de vraagtekens bestaan. Het doel van dit onderzoek, om foto's te koppelen aan bepaalde jaren en/of groepen kinderen, is dus niet bereikt. Voorwaar, een frustrerende conclusie. periode van maar liefst zes maanden.28 De respons was dit keer boven verwachting: er werd onderdak beschikbaar gesteld voor ruim veertig kinderen. Voor circa de helft van de kinderen waren gastgezinnen be schikbaar, de anderen, in de leeftijd van twee tot tien jaar, werden ondergebracht in drie, op dat moment leegstaande huizen van de firma Dickers aan de Coenenspark- weg. Het zou kunnen dat de groep op afbeelding 4 de kinderen betreft die bij gastgezinnen waren ondergebracht. De kin deren waren uit diverse steden afkomstig, onder andere uit Berlijn, Dresden, Breslau (heet nu Wroclaw en ligt in Polen). Van deze groep is een door hen bijgehouden dagboek in het archief aanwezig.29 Hierin kunnen we lezen dat hun gewicht geregeld gecontroleerd werd, en voor deze extra kilo's waren ze uiteraard naar Zutphen gekomen. In dezelfde periode stond in de krant het bericht dat de classis Zutphen van de Gere formeerde Kerk 350 kinderen uit het Ruhr gebied in de Graafschap had onderge bracht.30 Hoewel het voor de hand ligt te veronderstellen dat een aantal van deze kin deren in Zutphen logeerde, kon dit niet door nader onderzoek in kerkelijke archieven worden bevestigd. ZUTPHEN 0

Periodiekenviewer van Erfgoedcentrum Zutphen

Zutphen (vanaf 1982) | 2010 | | pagina 10