Alexander Gogel
Het was Isaac Jan Alexander Gogel (1765-1821die de grondslag heeft gelegd voor het ne-
gentiende-eeuwse belastingstelsel. Hij is de belangrijkste minister uit de Bataafs-Fran se
tijd; in 1806 werd hij minister van Financiën. Gogel stond bekend als een radicale patriot;
hij streefde zijn hele loopbaan naar zo veel mogelijk gelijke rechten voor iedereen, vooral
op economisch gebied.
In 1805 ontwierp hij een nieuw belastingstelsel, dat het jaar daarop in werking trad. Zo
kwam er een centraal geleid ambtelijk apparaat voor de inning van belastingen en voerde
hij de Patentwet in, waarbij de gilden werden afgeschaft. Verder kwam er een grondbelas
ting van 25% van de huurwaarde van de grond; dit was de eerste aanzet tot de oprichting
van het kadaster. Ook stelde hij een personele belasting in, op bijvoorbeeld de huurwaar
de van huizen, dienstboden en paarden, het zegelrecht op alle vormen van transacties en
accijnzen op goederen als zout, zeep, meel en gedistilleerd. Belangrijk was ook de af
schaffing van de tollinies, waarvoor hij in- en uitvoerrechten in de plaats stelde om zo veel
mogelijk vrij. binnenlands verkeer mogelijk te maken.
Quotisatie in Lochem en Zutphen
gemaakt. Bezwaren kwamen er wél van
De landdrost van het Departement Gelder- de aangeslagenen. Zoals in de wet was
land had de bijdrage van Scholtambt bepaald, was het register waarin stond
Lochem en Verwolde bepaald op 1 600 wie voor hoeveel werd aangeslagen open
en afzonderlijk de bijdrage van de stad baar. J.A. van Hasselt had daarin gezien
Lochem op 1400. Lochem maakte echter dat rentmeester G.J. de Leeuw tien gulden
bezwaar en gaf aan dat de stad te hoog ge- en rentmeester J. Lulofs maar liefst twintig
quotiseerd was. Blijkbaar vond de stad gulden minder hoefden te betalen dan hij.
Lochem bij de landdrost een gewillig oor. Hierover schreef hij de commissaris P.J.T.
Niet dat de bijdrage voor de stad Lochem van Hamel dan ook aan. De 'uiterlijke le-
werd verlaagd, maar de landdrost besloot venswijze' van beide heren verschilde
de gezamenlijke bijdrage van het scholt- volgens hem niet van zijn eigen levens
ambt Lochem en Verwolde én de stad standaard. 'Immers, Mijne Heeren, zal
Lochem op 3000 te stellen. Het scholt- niemand zeggen dat deze twee aan-
ambt was het daar absoluut niet mee eens gehaalde huishoudingen in bekrompen
en tekende weer protest aan bij de land- heid verkeeren.' Volgens Van Hasselt was
drost. Omdat de stad Lochem de bijdrage er daarom geen enkele reden aan te voe-
van 1400 niet kon opbrengen, betekende ren waarom hij hoger was aangeslagen
dit automatisch een verhoging voor het dan De Leeuw en Lulofs. Zijn bezwaar
scholtambt. Aangezien de totale heffing vond gehoor; uit de uiteindelijke registers
van 3000 uiteindelijk door de stad en het blijkt dat hij korting heeft gekregen op
scholtambt is opgebracht, heeft de landdrost zijn aanslag,
geen gehoor gegeven aan de oorspronkelijke
bezwaren van het scholtambt.
Bronnen
- Oud-archief van de gemeente Lochem: archief
nummer 1.001, inventarisnummer 433
Voor de stad Zutphen werd de bijdrage
door de landdrost vastgesteld op 7000. - Oud-archief van de gemeente Zutphen: ar-
Zutphen heeft daartegen geen bezwaar chiefnummer 1, inventarisnummer 1706
ZUTPHEN
5