IZAAK H1EMSTRA
Op 26 oktober 1814 besloot koning Willem I, bij soeverein besluit, tot de oprichting van
het korps Gendarmerie. Bij de ondertekening van dit besluit wijzigde hij (eigenhandig) het
woord 'Gendarmerie' in 'Marechaussee'. De Marechaussee kreeg echter wel de status van
de Franse Gendarmerie, namelijk een militair korps met een politiële taak.
Pas in het najaar van 1888 gaf de regering
opdracht tot het vormen van bereden Mare
chausseedetachementen, die vooral in Zuid
Nederland actief waren. Ze bleken in de
praktijk goed te voldoen, waarop de regering
besloot de Marechaussee uit te breiden ter
versterking van het politietoezicht in Oost
Gelderland en in de drie noordelijke provin
cies. Zo werden in 1890 in Gelderland in
Doetinchem, Neede, Ruurlo, Ulft, Winters
wijk en Zevenaar Marechausseebrigades op
gericht. In 1891 vond nog een uitbreiding
plaats met de oprichting van brigades in Nij
megen en Zutphen.
Twee locaties
Ook de brigade Zutphen werd belast met de
rijkspolitiezorg op het platteland en kreeg
daarbij Doetinchem en Ruurlo als nevenbri
gades toegewezen. De taak van de brigade
lag niet in de stad Zutphen maar in en om de
dorpen op het platteland. De eerste brigade
(1891) werd gehuisvest in een nieuwge
bouwde Marechausseekazerne aan de Bui
tensingel nr. 64 te Zutphen. In 1919 werd
een groter gebouw betrokken aan de Warns-
veldseweg nr. 97.
In de raadsvergadering van de gemeente Zut
phen werd op 4 mei 1891 voor het eerst ge
sproken over de verkoop van een terrein
voor de bouw van een kazerne voor de Ma
rechaussee. Het college van B W meende
een geschikt terrein te hebben gevonden in
de nabijheid van de cellulaire gevangenis.
Na enig gedebatteer werd besloten 565 m2
grond te verkopen a 1,50 per m2. Over de
preciese plaats van de te bouwen kazerne
zou later een beslissing worden genomen.
De bouw van de kazerne kwam nogmaals in
de gemeenteraad ter sprake op 28 mei 1891
Met het oog op een eventuele uitbreiding
werd gevraagd nog een gedeelte achter het
beoogde terrein groot 800 m2 op dezelfde
voorwaarden te verkopen. B W stelden
voor dit verzoek in te willigen. Aldus werd
besloten. In een brief gedateerd 13 juni 1891
bericht de divisiecommandant aan de burge
meester dat de Minister van Oorlog de bouw
van de kazerne voor de brigade Marechaus
see te Zutphen heeft goedgekeurd. De bouw
kan beginnen en al op 8 december 1891
wordt de kazerne geopend.
Toen ook het in Ruurlo gevestigde onderdeel
van de Koninklijke Marechaussee naar Zut
phen verhuisde, werd de behuizing aan de
Buitensingel te klein, en moest er worden
uitgezien naar een andere locatie waarop
een grotere kazerne kon worden gebouwd.
Nieuw te bouwen kazernement
Over die nieuw te bouwen Marechausseeka
zerne is een zeer uitgebreide correspondentie
gevoerd, die bewaard is gebleven in het Regio
naal Archief Zutphen, zoals de brief van
26 oktober 1917. Het college van B W
schrijft aan de raad: 'Bij ons college kwam
ZUTPHEN
De geschiedenis
van de Marechaussee in Zutphen