wereldtoneel. En in de schiettent van F. Copian
konden de burgers zich meten met de militai
ren van het garnizoen.
De patentregisters verschaffen ook een kijkje in
het verdere culturele leven van de stad. Con
certen, bals, toneeluitvoeringen, circusvoorstel
lingen en dergelijke waren patentplichtig, en
werden ingeschreven in het patentregister met
vermelding van naam van de (hoofd)uitvoeren-
de, datum van uitvoering en hoogte van de
aanslag. Zelfs gratis toegankelijke evenementen
waren niet vrijgesteld van patentbelasting,
evenmin als liefdadigheidsconcerten. Zo is in
het register van patentschuldigen van het jaar
1862 te lezen dat voor het concert in de Bui
tensociëteit op 21 mei van dat jaar ten voordele
van de noodlijdenden van de brand te Ensche
de 1,75 aan patentbelasting werd geheven.*
Man en paard
Ondanks de algemene weerzin tegen het pa
tentrecht lijkt het met het aantal bezwaarschrif
ten tegen de hoogte van de aanslag nogal mee
te vallen. In het register van correspondentie
van het College van Zetters te Lochem, dat loopt
van november 1862 tot augustus 1870, komen
we ze in ieder geval nauwelijks tegen. We vin
den daarin vooral bezwaarschriften tegen de
grondbelasting en de personele belasting. Toch
vocht zo nu en dan iemand de aanslag voor zijn
patent aan. Zo iemand was J. Heukelman, die
zich net een jaar tevoren als beginnend medisch
doctor en artsenijmenger in Lochem had geves
tigd. Hij was daarbij in de 10de klasse inge
deeld, de hoogst mogelijke voor artsen. Voor het
nieuwe belastingjaar wilden de zetters hem la
ger indelen, waardoor zijn patentaanslag hoger
zou uitvallen, overwegende dat tijdens den aan
slag de practijk van den adressant naar het alge
meen vermoeden ongeveer met die van Diepe
rink kon gelijk gesteld worden. Heukelman kon
de zetters van de onbillijkheid daarvan overtui
gen door er op te wijzen dat collega Dieperink
er een paard op na hield waarmee hij zijn
patiënten bezocht en hij, Heukelman, niet. Het
College van Zetters adviseerde daarop Heukel-
mans aanslag met 2,50 te verlagen. Dat de
belastingcontroleur in Zutphen daartoe niet
meteen bereid was, blijkt uit diens verzoek om
opgave van de vermoedelijke verdiensten van
de jonge dokter, die de zetters vervolgens met
de nodige slagen om de arm raamden op
750. De definitieve beslissing van de contro
leur werd in het archief niet aangetroffen, even
min als de verdiensten van collega Dieperink.
Bronnen
- RAZ-archief nr.2: Gemeente Zutphen 1816-1919,
inv.nrs. 1823-1849. Registers van patentschuldi
gen, jaren 1862-1889.
- RAZ-archief nr.2, Gemeente Zutphen 1816-1919,
inv.nrs. 1796-1822. Registers van uitgegeven pa
tentbladen, jaren 1862-1889.
- RAZ-archief nr.20: archief van A.D. Hamburg, sla
ger te Zutphen, 1836-1901
- RAZ-archief nr.1.001Oud-archief der gemeente
Lochem, inv.nrs. 439-444. Stukken betreffende het
patentrecht, 1806-1811.
- RAZ-archief nr. 1.001Oud-archief der gemeente
Lochem, inv.nrs. 1031 -1033. Rol der uitgereikte pa
tenten 1812 en kwitanties wegens betaald patent
recht met lijsten.
- RAZ-archief 1.011archief van het college van zet
ters te Lochem 1814-1919, inv.nrs. 1 -4. Wet- en
regelgeving inzake het recht op patent 1815-1823;
ingekomen brieven en minuten van uitgaande
brieven 1814-1833, 1863-1870; notulen van ver
gaderingen 1885-1919.
- RAZ-archief 1.005: oud-archief van Laren (Gld.),
inv.nrs. 129-136. Registers van afgegeven patenten
1806-1811ingeleverde patenten 1806, 1808-1810.
- Broncommentaren l-IV. Deel II. P.M.M. Klep e.a.,
De registers van patentplichtigen 1805-1893.
's-G rave nh age, 1985.
- G.H. Poulie Wilkens, Het is niet alle dagen kermis
ook al staan er kramen. De geschiedenis van de
kermis te Zutphen in de periode 1848-1878.
Utrecht, 1987.
op 7 mei 1862 brandde vrijwel de gehele Enschedese binnenstad af, waarbij 650 gezinnen dakloos werden
ZUTPHEN