HAN KOOLHOF
Eind 2008 werd de voormalige wasserij aan de Vliegendijk (nr. 16) in De Hoven toegevoegd
aan de lijst van gemeentelijke monumenten. De hoofdvorm, ligging en stedebouwkundige
situatie hebben een hoge monumentale waarde, schrijft het Bureau voor Bouwhistorie en
Architectuurgeschiedenis, 'Het gebouw vormt een silhouet dat een kind zal tekenen als het
gevraagd wordt een fabriek te tekenen. De in gepleisterde bakstenen opgetrokken wasserij De
IJsselstroom, uitgevoerd met houten vloeren en houten sheddaken, is van algemeen belang/
Het college van B W van Zutphen had aan
het Bureau voor Bouwhistorie advies gevraagd
naar aanleiding van een motie van PvdA en
Stadspartij om deze voormalige wasserij aan te
wijzen als gemeentelijk monument. Initiatief
nemer, raadslid Ger Claassen, pleitte in maart
2008 voor de monumentenstatus. Op dat mo
ment was het een beeldbepalend pand. In
1995 vond de gemeentelijke monumenten
commissie nog dat de oude wasserij geen
monument kon zijn, omdat het niet aan alle
criteria voldeed.
De voormalige wasserij in 2009met het kenmer
kende shecldak. Sheddaken (of zaagtanddaken)
werden vroeger veel toegepast bij fabrieksruimten.
De schuinevaak op het noorden gerichte ramen
zorgden ervoor dat de werkplaats gelijkmatig ver
licht werd - belangrijk in een tijd dat er nog geen
tl-verlichting was. (foto: auteur)
Fatale brand
Het oorspronkelijke pand - een industriële was
serij met woning - werd in 1911 in opdracht van
Albert Barink gebouwd. Het was een ontwerp
van de Zutphense architect P. Broekhuizen. In
1919 brandde het gebouw goeddeels af. Door
een kapotte schoorsteen hadden takkenbossen
vlam gevat die op de zolder lagen; de was die
er te drogen hing deed de rest. De brandspuit
van De Hoven kon weinig uitrichten. Pas drie
kwartier later arriveerde ook de brandweer uit
Zutphen. Toen viel er weinig meer te redden.
Het pand werd weer opgebouwd, maar Barink
ging uiteindelijk failliet. Ook zijn opvolger,
Lammers, redde het niet. Twee jaar later nam
A.H. Bartels het bedrijf over. Maar de Crisis
dwong hem in 1935 tot sluiting. Het was Jacob
de Kloe - die in 1937 met zijn gezin van
Gameren naar De Hoven was verhuisd - die
aanmerkelijk succesvoller was. In het pand, dat
hij van ene Ovink huurde (met recht van koop),
installeerde hij nieuwe machines, die elektrisch
werden aangedreven. Voor het eigenlijke was-
proces was nog steeds de stoomketel nodig.
Wat zijn voorgangers niet lukte, lukte De Kloe
met zijn beide zonen en enkele medewerksters
wel: Waschinrichting IJselstroom werd een
bloeiend familiebedrijf.
Noodlot
Gedurende de Tweede Wereldoorlog draaide
de Ijselstroom min of meer gewoon door, op
de laatste tien maanden na. In de zomer van
1944 vorderden de Duitsers het pand, van
waaruit zij de IJsselbrug onder schot konden
houden. Het gezin De Kloe trok toen in bij een
boer op de Voorster Klei. Gedurende die tien
maanden ging Jacob de Kloe iedere dag even
ZUTPHEN
Toen en nu: Wasch in lichting IJselstrooni