voor de pijiers (7 bunder, 55 roeden en 21 el len) gratis afstond. Spoor- en verkeersbrug waren uiterlijk gelijkvormig, behalve dan dat het beweegbare gedeelte in de verkeersbrug een dubbele ophaalbrug was. De hoofdover spanningen werden uitgevoerd als drievoudig vakwerk (drie enkelvoudige vakwerken op el kaar). Dat hield verband met de gewenste onderlinge afstand van de dwarsdragers en de daarmee samenhangende overspanning van de langsdragers (ca. 4 m). De uiterwaard- bruggen kregen enkelvoudig vakwerk. Bij de bouw van de fundering - de aanbeste ding vond op 16 juli 1861 plaats - deden zich geen bijzondere problemen voor, en in 1864 kon de hele onderbouw worden opge leverd. Over het tempo waarin de boven bouw tot stand kwam, meldt de Stand van het werk der Staatsspoorwegen (over de pe riode juli 1864 - januari 1865): Met het ver vaardigen en opstellen der spoorwegbrug over de rivier de IJssel te Zutphen is zoowel in de fabrieken te Harkorten en Keulen als later op het terrein door de aannemers de uiterste krachtsinspanning aangewend. Doordien de aanvoer van het materieel te wa ter door den lagen waterstand verhinderd werd, is een groot gedeelte daarvan per spoortrein aangevoerd. (Deze sectie [het lijn gedeelte Arnhem-Zutphen, H.K.] is op 1 Fe bruarij geopend en in exploitatie gesteld.) Op de zaterdag voorafgaande aan de opening van de brug vond een proef be lasting plaats door een trein met ballast. Op 16 februari 1866 was ook de verkeersbrug klaar. Hoewel voor de verkeersbrug een lichtere constructie mo gelijk was geweest - een verkeersbrug wordt immers minder variabel belast - is gekozen voor gelijksoortige bruggen. Daardoor vorm den ze visueel één geheel. Daaraan kwam in mei 1940 een einde. De huidige situatie - verschillende bruggen én een bonte kleurstel ling - levert een nogal rommelig beeld op. De brug werd sober afgewerkt. Kregen ande re grote bruggen als versiering een monu mentaal toegangsgebouw (Nijmegen) of kas teelachtige torens (Rhenen), voor Zutphen zat dat er niet in. Of het zouden de bescheiden brugwachtershuisjes moeten zijn op de meest oostelijke uiterwaardpijler.

Periodiekenviewer van Erfgoedcentrum Zutphen

Zutphen (vanaf 1982) | 2009 | | pagina 19