stand te kunnen te brengen, werden de in- rechtspraak een rechthuis. Ook behielp men
wendige hoeken van de transepten versterkt zich wel met de bovenverdieping van een
door middel van baksteenklamp.2 Daardoor stadspoort, en de raad van Groningen verga-
ontstonden verdiepte nissen aan elke wand. derde voor de bestuurlijke zaken ante por-
Mogelijk waren op die plaats in de noorde- tamdat wil zeggen: op het kerkhof voor het
Iijke transeptarm banken aangebracht. De kerkportaal van de Martinikerk. Waar de Zut-
iconografie in het kruisribgewelf duidt name- phense schepenen zitting hielden, is niet be-
1 ijk op een gerechtelijke functie van dit por- kend, maar het is zeer goed mogelijk dat ze
taal. In het oostelijke compartiment van het het noordelijke transeptportaal gebruikten als
kruisribgewelf is immers een Laatste Oor- gerechtsplaats,
deeltafereel weergegeven. Christus zit in een
rode mantel op een regenboog. Naast zijn Het hof van de proost
hoofd zien we links de Ielietak, teken van Rechtspraak in kerkportalen kon zowel ker-
barmhartigheid, en rechts het zwaard, teken kelijke, feodale als stedelijke rechtspraak be-
van gerechtigheid. Daarboven twee engelen treffen. Daarbij moet in aanmerking geno-
met bazuin ten teken van de komst van men worden dat geestelijken vanouds een
Christus. Onder hem knielen aan de linker- belangrijkere en grotere rechtsmacht hadden
kant Maria en aan de rechterkant Johannes, dan wereldlijke heersers. De meeste rechts
om voorspraak voor de zondige mensheid te zittingen in kerkportalen waren dan ook
doen. Dit is een tafereel dat bij uitstek past geestelijke gerichten. In Zutphen was de
bij een rechterlijke functie van het portaal. rechtspraak vóór de stadsrechtverlening ver
De kleur rood van de mantel duidt op Chris- deeld tussen de graaf, die de wereldlijke
tus als rechter, en zwaard en lelie symbolise- macht bezat, en de proost, die rechtsprak
ren de rechtspraakfunctie. Daarbij komt nog over de eigen horigen en zaken betreffende
dat de schildering zich bevindt in het oosten. de goederen van kerk en het kapittel. Waar
De rechter aan de westwand gezeten, naar het hof van de proost werd gehouden, is niet
het oosten kijkend, had er dus direct zicht bekend. Ongetwijfeld vond het plaats binnen
op. het immuniteitsgebied, het rechtsgebied van
de kerk rondom de Sint-Walburgiskerk (zie
afbeelding omslag). Na een verhuizing van
Rechtspraak van de schepenen
Zutphen kreeg stadsrechten in 1191/1196. de proosdij van de zuidkant naar de oostkant
De lagere rechtspraak en het bestuur van de van de kerk in 1225 was de proosdij vlak bij
stad gingen tot de competentie van de sche- de noordelijke transeptarm gelegen. En juist
penen behoren. Overal in de Nederlanden in 1225 was de verbouwing van het noorde-
was dit het geval. Er was niet onmiddellijk Iijke transeptportaal voltooid. Het is dus heel
een vaste 'vergaderplek' voorhanden. De goed mogelijk dat de proost daar rechtsprak,
plaatsen waar het schepencollege aanvanke- Gedurende de dertiende en eerste helft van
lijk bijeenkwam, waren dan ook divers. In de veertiende eeuw verloor de proost zijn
Maastricht vergaderde het stadsbestuur bij- rechtsmacht langzamerhand aan het stadsbe-
voorbeeld in herberg De Lanscroon, waar stuur.
ook recht werd gesproken. Sommige steden, Er zijn in Europa verscheidene voorbeelden
zoals Kampen, hadden speciaal voor de van feodale rechtspraak in kerkportalen.
2
Bastemeijer, A.F.W.E., 'De dertiende-eeuwse bouwfase van de Sint- Waiburgiskerk te Zutphen', in:
M.M. Groothedde e.a. (red.). De Sint-Walburgiskerk in Zutphen. Monumenten uit de geschiedenis
van een middeleeuwse kerk. Zutphen 1999, 65-91
ZUTPHEN