Dergelijke brandmuren komen we no; lage insteken, en kon men daardoor de in- steeds tegen in de stad, maar zijn vanaf de steek zelfs doortrekken tot aan de voorgevel, grond niet goed zichtbaar. zodat het een volwaardige extra verdieping De dakbedekking bestond uit gebakken pan- werd. Ook de zolderbalklagen werden veel- nen, de zogenaamde boven- en onderpan- vuldig verhoogd, en daarbij schroomde men nen, ook wel schertsend monniken en non- niet om de gebinten in te korten. Dat hier- nen genoemd. door bijna onbegaanbare zolders ontston den, vond men kennelijk niet zo'n bezwaar. Het is duidelijk dat veel bestaande panden Ook de luxe in de huizen nam toe. Toiletten in de stad er ongeveer zo hebben uitgezien en badgelegenheden werden ingebouwd, als de maquette weergeeft. De meest ingrij- keukens werden doelmatiger. Een minder pende wijzigingen ondergingen de voorge- fraai gevolg was dat tegen de onderzijden veis, die alle eeuwen met de telkens weer van de prachtige gewelven in de kelders een veranderende mode meegingen. Daardoor storend geheel van afvoerbuizen werd opge- verkeren nog maar weinig gevels in de oor- hangen. spronkelijke staat. De rijke trapgevels ver- Winkels werden gemoderniseerd en grote dwenen omdat ze ouderwets werden geacht, glazen puien vervingen de slecht verlichte maar ook omdat dergelijke gemetselde con- ruimten uit vroeger eeuwen, structies veel onderhoud vergden. Uitvindin gen op het gebied van raamconstructies, Het is in die in verwarring brengende interi- waarvan het schuifraam wel de belangrijkste eurs dat de werkgroep bouwhistorie op zoek was, zorgden er voor dat de oude klooster-, gaat naar sporen uit het verleden. En het is kruis- en bolvensters verdwenen. Ook bin- daarbij niet zelden een verrassing dat er nog nen in de huizen veranderde erg veel. Door zoveel aan het licht komt. de verdiepingsbalklaag hoger te leggen ver hoogde men het plafond van de onpraktische JAN FRINGS Wie gidst in de Librije, weet dat zo'n honderd jaar geleden K.O. Meinsma zich er intensief mee bezig heeft gehouden. De lessenaars waar de boeken op liggen, werden door Meinsma puirnten genoemd. Maar niemand blijkt dat woord te kennen. Het woord pulpit is bekender; dat is Engels zijn handschriften misschien had hij een las- voor preekstoel. Blijft dat Meinsma het in tig handschrift. Misschien schreef hij een zijn geschriften hardnekkig over puimten, paar halen die hij als pi bedoelde, maar die soms pulmpten, had. Als je wat preciezer er uitzien als m. Meinsma was niet gek, maar leest, zie je dat het vaak om transcripties toch zou je zelf wel eens willen zien wat gaat. Hij heeft het over Slindewater, die het SI indewater geschreven heeft, weer heeft over puimten. Zou Meinsma zich vergist kunnen hebben? Slindewater schreef Er zijn kortere wegen om dit te onderzoeken, in wat we nu oud schrift noemen. Dat was Er bestaan woordenboeken, zoals het Mid- 52 Wat zijn toch pyimfen?

Periodiekenviewer van Erfgoedcentrum Zutphen

Zutphen (vanaf 1982) | 2009 | | pagina 20