doorlopen. Voor de kelderingang zou dan door de boog in het gewelf geen plaats meer zijn. Om die reden maakte men een half ton gewelf bij de ingang, dat haaks stond op de rest van het gewelf. Gewelfconstructies als deze komen zeer veel voor in de stad. Na derhand werden de kelders wel bereikbaar gemaakt vanuit het pand en zien we dat er nieuwe toegangen werden gehakt, voorzien van houten trappen, in de bestaande gewel ven. De kelder met bij de trap het halve tongewelf. De begane grond bestond doorgaans uit een zeer hoge voorruimte, met een lagere ruimte Links onder de hoge voorruimtedaarachter de woonruimte met daarboven de insteek. In de scheidingswand de spiltrap naar de insteek en de U De woonruimte met de belangrijkste stookplaats. verdieping. daarachter, waarboven zich nog een zeer la ge ruimte bevond. Die hoge voorruimte was bedoeld voor de uitstalling van goederen, en lijk. Er bevond zich alleen een toegang vanaf was tevens de eigenlijke handelsruimte. Die de straat, met soms een extra toegang vanuit was voor die tijd rijk ingericht met een fraaie de tuin. Zo konden de kelders apart worden schouw, geglazuurde gekleurde tegels en verhuurd. Verder was het hierdoor mogelijk soms beschilderde balken, om brandbare stoffen - olie, teer en smeer- De lage ruimte daarachter was in feite de middelen - op te slaan, wat de overheid ver- woonruimte van het gebouw. Hier bevond bood voor de hoger gelegen ruimten in het zich de stookplaats waarboven gekookt huis. werd. De lage ruimte daarboven, die tevens Doordat de toegang tot de begane grond in werd verwarmd door het vuur in het daaron- het midden van de gevel zat, moest de kei- der gelegen vertrek, was de slaapruimte voor dertoegang links of rechts daarvan worden de bewoners. Men noemde dit de insteek. gemaakt. Daardoor was l?et niet mogelijk om Deze ruimtelijke inrichting komen we hier een tongewelf tot aan de voorgevel te laten en daar nog tegen in de stad. ZUTPHEN 49

Periodiekenviewer van Erfgoedcentrum Zutphen

Zutphen (vanaf 1982) | 2009 | | pagina 17