De zij- en achtergevel.
erg duur, zodat men het maar spaarzaam ge
bruikte. In latere eeuwen werden ook de on
derste openingen van deze vensters hiervan
voorzien.
In de voorgevel bevindt zich de hoofdin
gang: een zware deur die leidt naar een gro
te, hoge ruimte op de begane grond.
Boven de deur de naam van het huis: Die
Sterre, afgebeeld als een ster op een schildje.
Verreweg de meeste mensen konden destijds
niet lezen, zodat een dergelijke afbeelding
voor hen voldoende was om de weg te vin
den naar dit pand, in een tijd dat er van huis
nummers nog geen sprake was. Links van die
deur zit de toegang naar de kelder. Rechts
staat een soort tafel waarop koopwaar kon
worden uitgestald. Op de hoek, in het pla
veisel, is een schampsteen aangebracht, die
moest voorkomen dat karren die de bocht
wat te nauw namen met hun wielen de gevel
zouden beschadigen.
De zijgevel laat zien dat er geen goot aan
het dak hing. Het regenwater liep van de
pannen af direct naar de straat. Om het met
selwerk toch wat te beschermen bracht men
een voorziening aan om het vocht zo ver
ZUTPHEN
De achtergevelmet tussen de deur en het kruis-
venster de buitentrap naar de kelder.
mogelijk van de gevel af te houden.
Bouwsporen van deze schegstukken zijn in
een paar gevallen aan Zutphense huizen te
ruggevonden.
Onder in de gevel bevinden zich een paar
vensters, voorzien van tralies, die licht toela
ten in de kelder.
De achtergevel en de muur langs de straat
zijn voorzien van een afdekking die men een
ezelsrug noemt. Op deze wijze kon het re
genwater beter van de gevel afgevoerd wor
den. Dat bood ook enige bescherming voor
het ondergelegen metselwerk. Ezelsruggen
komen nog veel in de stad voor.
In de achtergevel zitten twee kruisvensters
met daartussen een boivenster. Dit bolven-
ster is in feite een half kruisvenster, waarvan
de rechter opening is voorzien van glas-in-
lood, en de linker is voorzien van een luik.
ft.
Hierdoor waren deze vensters geschikt voor
het verlichten van zeer lage vertrekken.
Onder deze gevel bevindt zich de trap naar
de achterste kelderingang.
De kelders van cjergelijke woonhuizen wa
ren doorgaans niet van binnenuit toeganke-