- u -'Wg ;z, K >M: 'f 'V ^PLl," er geen kosten voor verandering voor de eigenaar'. Ook over de ruiten is heen en weer ge schreven. De secretaris van het Wijnhuisfonds schreef dat in de achtergevel zich 'een drietal soor ten ruitverdeling' bevindt. 'Is het', schreef hij, 'niet aardiger om de een belangrijk deel van het huidige voorhuis, wie zal het zeggen. Als men een rest van een vorig huis heeft gebruikt als uit gangspunt van het De achtergevel van eerste verdieping op dezelfde Het pand Laarstraat 118 anno nieuwe huis, kan het pand Laarstraat wijze te behandelen als gelijk- 2008. (foto: auteur) 118 vóór de restau- vloers, of hebt u de eerste verdie- ratie in 1955. dat heel wat ver klaren: de dikke ping gelaten zoals zij is omdat scheidingsmuur kan een buitenmuur geweest zijn, het oude behouden kan blijven?' de stookplaats zat in het midden, zij het aan de Over de voorgevel zou hetzelfde het geval zijn, buitenmuur, van het pand en er was een kelder- dacht de secretaris. Maar hij voegde er aan toe: ruimte. Het past allemaal in het plaatje. Maar de 'Wellicht leent de maat van de ramen zich echter huidige kelder is wel groot voor een huis op die niet voor toepassen van twee verticale roeden in plek en die tijd. Isaack Hugen of Isaack Huygen - plaats van één.' Het antwoord van Kok was: 'De men was toentertijd niet zo precies met het schrij- glasverdeling voorgevel is herzien, ik ging uit van ven - was een vettewariër, iemand die handelde de vorige verdeling in 2 breedten welke nog te in vetwaren, meer in het algemeen in wat wij zien is bij bestaande ramen. In drieën is mooier, kruidenierswaren noemen. Maar dat verklaart niet Voor de achtergeve! betreft dit hetzelfde.' Opvat- zo'n grote kelder. Niettemin wijst het baksteenfor- tingen over restaureren veranderen voortdurend, maat van de keldermuren op een laat-middel- Dit maakt een visie uit 1955 duidelijk. Nu vin- eeuwse of 16de-eeuwse ouderdom. En ook het den we het jammer dat er niets aan gedaan is om feit dat het gangetje over het keldergewelf loopt, de oude profileringen van de ramen te handha- pleit ervoor dat die kelder uit die tijd dateert, ven of te reconstrueren. Wie vaker gerestaureerde panden in Zutphen ziet, herkent gauw het werk Het was een roerige tijd toen. De bevolking nam van deze architect, die meer panden in Zutphen toe en verder was Zutphen vesting- en garni- heeft behandeld. Overal zijn dezelfde gefanta- zoensstad Er moesten soldaten ingekwartierd seerde profielen terug te vinden. worden. Zou Isaac Huygen brood gezien hebben in een huis met een grote extra verb lijfsruimte? 'Ledige huisplaats' We weten het niet. En hoe zit dat met al die Informatie over een pand krijg je niet alleen door bouwsporen? Er is verscheidene keren geld be naar het hout en de stenen te kijken, maar ook steed aan dit huis. Dat blijkt uit aantekeningen door in het archief te zoeken. Uit archiefonder- over het opnemen van hypotheken. Er blijven wat zoek bleek dat in 1678 een 'ledige huisplaats' is raadsels over en dan hebben we het nog niet ge- verkocht aan Isaack Hugen. Daarbij is het volgen- had over het achterhuis. Maar het gangetje is duï- de vastgesteld: 'De koper zal een gang naar de delijken het jaartal ook. Dat is echt 1680. put en van de hof maken, minstens 3V2 voet breed.' Dat verklaart het gangetje. Een ledige Noot van de schrijver huisplaats is doorgaans een stuk braakliggend ter- Dit verhaal leunt sterk op het verslag van een he rein waarop eerder een huis heeft gestaan. Ook zoek van de werkgroep bouwhistorie aan dit blijkt dat het jaartal 1680 goed is. Het is mogelijk pand. Dat verslag is van de hand van Constant dat er een restant van een huis, een muur mis- Willems. Verder ben ik Michel Groothedde dank schien, nog stond; een rest van een kelder, of zelfs verschuldigd voor zijn kritische opmerkingen. 92 ZUTPHEN Ï^ïïi v - i téBM\ tfwm EP Ss Kras

Periodiekenviewer van Erfgoedcentrum Zutphen

Zutphen (vanaf 1982) | 2008 | | pagina 8