bemoeien zich met de zaak; misschien zijn
ze wel bij de verhoren aanwezig geweest. Zij
drinken Jopenbier (bier uit Dantzig) en knab
belen voor anderhalve stuiver aan stukjes
'bisschuyt' weg.
GalgenmaaS
Op 20 september valt het oordeel: Johan
wordt ter dood veroordeeld. De manier
waarop dit moet gebeuren, staat aan het be
gin van dit artikel omschreven. Het vonnis
zal op 24 september voltrokken worden
door de scherprechter. Dat tussen oordeel en
voltrekken van het vonnis vier dagen zitten,
zal mede te maken hebben met het feit dat
de stadstimmerman Welmer en zijn knech
ten het rad en de staak nog moeten maken,
want deze liggen niet zomaar op voorraad;
het zal maatwerk geweest zijn. De timmer
lieden krijgen tijdens hun werk van de stad
bier aangeboden, maar het is wel het gewo
ne stuiverbier. In de nacht vóór de terecht
stelling wordt er stevig gedronken. Niet al
leen de bewakende dienaren, maar ook Jo
han en zijn biechtvader krijgen wijn; met el
kaar werken ze vijfeneenhalf kwart naar bin
nen. Dit is wel bijzonder, want normaal
moeten mensen zoals Johan het met bier
doen, maar ja, het is de laatste keer voor Jo
han; het is zijn galgenmaal in vloeibare
vorm. De bewakers eten twee haringen en
brood, en de biechtvader mag twee kwarten
wijn meenemen naar huis als dank voor de
bewezen diensten. Op de dag dat Johan ter
dood zal worden gebracht, brengt Thoenis
van Hengel nog twee karren met zand,
waarmee al het bloed tijdens de terechtstel
ling moet worden opgevangen. Vervolgens
voltrekt de scherprechter het vonnis.
Nog mneer wijn
Na afloop trekken rechters, secretarissen, die
naren en schout naar het huis van Lambert van
Luchteren om daar maar liefst 24 kwarten wijn
op te drinken, waarschijnlijk niet uit echte
feestvreugde. De pender (cipier) Willem Jansen
krijgt 28 dagen voor kost en inwoning van Jo
han uitbetaald, de duur van diens detentie. De
totale proceskosten bedragen in elk geval 351/2
gulden, een bedrag waarvoor Johan ruim 330
dagen zou hebben moeten werken. Engel Ie, de
vrouw van Johan, blijft met haar kinderen ach
ter, en moet zich maar zien te redden. Met Pa
sen en Pinksteren 1577 krijgt ze twee keer Vk
pond ham van de kerk (waarschijnlijk omdat
de kerk op dat moment wel erg veel vlees had
als gevolg van de betaling van een pachtschuld
in natura, dus in dit geval vlees) en in 1579
ruim vier stuiver, omdat de kerkmeester verteld
was dat zij in grote armoede leefde. Dan zwij
gen de rekeningen.
Uit dit verhaal blijkt wel dat in tegenstelling tot
wat vaak gedacht wordt, een doodvonnis uit
spreken en voltrekken - zelfs in deze hectische
jaren - niet normaal is. Maar we blijven wel
met de grote vraag zitten wat Johan misdaan
had om deze straf te verdienen. Uit de rekenin
gen komt hij eigenlijk te voorschijn als een
heel gewoon mannetje.
Eerst heb ik gezocht in de Inventaris van het
Oud-Rechterlijk Archief van de gemeente
Zutphen naar Johan Dootgraver, en dan blijkt
dat de gegevens uit deze tijd verdwenen zijn.
Gelukkig staat er wel een verwijzing naar de
collectie-Meïnsma. Deze heeft aantekenin
gen gemaakt van een mogelijk verloren ge
gaan afschrift van de hand van G. Kreynck
uit niet meer aanwezige registers. Inderdaad
vond ik in een schrift van Meinsma de tekst
waarmee dit verhaal begint. Helaas wordt
ook daar met geen woord gerept over het
waarom van dit vonnis. Misschien komt er
ooit nog duidelijkheid.
Bronnen
rentmeestersrekeningen 1571-1577 (OAZ 1141
t.e.m. 1146)
kerkmeestersrekeningen 1570-1579 (285, 292,
293)
collectie-Meinsma, nummer 102
ZUTPHEN