Paralleispoor
In Zutphen liep de tramlijn van het Staats
spoorstation via de IJsselkade - Mars
poortstraat - Groen-, Hout- en Zaadmarkt
- Pelikaanstraat - Spittaalstraat - Emme-
rikseweg naar Baak. In Bronsbergen was
nog een halte bij uitspanning 't Haren
berg: 'Groote kinderspeeltuinDoolhof in
natura. Prachtige rivier- en vergezichten.
Aanbevelend A.G. Wunderink'. Drie
maanden na de opening van de lijn naar
's-Heerenberg werd speciaal voor goede
rentrams een paralleispoor aangelegd
over de Houtwal en de IJsselkade; het
werd in december 1902 in gebruik geno
men. Op 19 mei 1951 werd de baan tus
sen Zutphen en Baak opgebroken in ver
band met dijkaanleg (Baakse Overlaat).
De tramsporen in de binnenstad waren al
in 1942 op last van de bezetter verwij-
I'
Wat nog aan tramspoor resteert van het 57
derd. Alleen in de brug bij de Kattenha- kilometer lange traject Deventer-Zutphen-
venstuw resteren enkele meters tram- Emmerik: enkele meters groefrail in de brug
spoor, die kennelijk lastig te verwijderen bij de Katten haven stuw in Zutphen (winter
waren.
2007/08). (foto: auteur)
tinchem-Dieren. Het succes van deze lijn
leidde tot vele ambitieuze tramplannen in
onze contreien, waaronder een stoomtram-
lijn van Zutphen via Doetinchem naar Em
merik. Na een nogal moeizame voorberei
dende fase werd op 20 oktober 1900 de
Tramweg-Maatschappij Zutphen-Emmerik
(ZE) opgericht, met als vestigingsplaats Doe
tinchem. De spoorwijdte werd uiteindelijk
bepaald op 750 mm (gebruikelijker was
1067 of 1435 mm), wat tot aanzienlijke kos
tenbesparingen leidde. De trambaan kon in
de berm van de bestaande wegen worden
aangelegd. Op 23 november 1901 ging de
eerste spade de grond in, en al op 10 sep
tember 1902 werd het 37 km lange traject
Zutphen-Doetinchem-'s-Heerenberg feeste
lijk geopend. Het spoor werd betrekkelijk
zwaar uitgevoerd: rails van 12 m lengte met
een gewicht van 24 kg/m; de rails werden
bevestigd op halfronde eiken dwarsliggers.
Het resterende stukje (5 km) 's-Heerenberg-
Emmerik had heel wat meer voeten in de
aarde. Het zou tot 22 juni 1909 duren voor
dat het eindpunt werd bereikt: het treinstati
on van Emmerik. Eén struikelblok was het te
volgen tracé door de stad Emmerik. Daar
naast was er de spoorlijn uit Arnhem die ge
kruist moest worden. De ZE gaf de voorkeur
aan een gelijkvloerse kruising, maar het
Duitse ministerie van spoorwegen wilde een
viaduct over de spoorlijn.
Te zwaar en te duur
Op het moment dat de ZE bij Henschel
Sohn te Kassei de bestelling plaatste voor de
locomotieven (vermoedelijk in 1901), ging
ze ervan uit dat er in Emmerik een viaduct
over de spoorlijn zou komen. Voor de steile
opritten zouden relatief zware locomotieven
ZUTPHEN