Voor de verkoop Vooral als numismaat vraag ik mij af waar deze munten gebleven zijn. Na het schoon maken en catalogiseren zijn ze aangeboden voor de verkoop (de munten waren eigen dom van de bank). Op 26/30 maart 1959 zijn veel van deze munten verkocht. Het res tant van de muntvondst is in het Stedelijk Museum van Zutphen opgeslagen, gecatalo giseerd en beschreven. Zo is van elke munt de diameter opgenomen en het gewicht vast gesteld, zodat ook een leek kan zien welke munt hij in z'n hand neemt (natuurlijk met een handschoen aan). Op dit moment zijn we bezig de munten aan de voor- en achter zijde te fotograferen. Het museum bezit 31 gouden en 900 zilveren munten, dus in totaal 931 stuks. Dat is 37% van de oor spronkelijke hoeveelheid. Het is jammer dat het bestuur van het museum het indertijd niet belangrijk genoeg vond om de munt vondst voor de stad Zutphen te behouden door deze aan te kopen. De belangrijkste re den zou zijn dat het geen munten van de stad Zutphen zelf betrof. Het ging toen om een bedrag van 80.000. Zelf had ik voor Zutphen zó'n grote muntvondst in zó'n his torische stad van vóór 1411 van zeer grote waarde gevonden, al ben ik mij ervan be wust dat dit praten achteraf is. Daimeshalzen Waar ai die andere munten gebleven zijn, is heel moeilijk te achterhalen. Het personeel van de bank heeft twee zilveren munten per persoon gekregen en één persoon ontving zelfs een gouden munt. Ook heeft het be stuur van de bank een aantal munten (10 gouden en 66 zilveren) aan het Koninklijk Munten- en Penningenkabinet geschonken. Daar kan ik als numismaat vanzelfsprekend begrip voor opbrengen, want daar zijn ver scheidene onbekende of nauwelijks bekende munten naartoe gegaan. Maar ik heb ook munten uit de muntvondst gezien die nu om dameshalzen hangen. Een numismaat er vaart dat als een niet geringe zonde. On langs was ik op de bank aan de Schupstoel. Ik heb aan diverse bankemployés gevraagd of ze iets wisten van een muntvondst van een halve eeuw geleden. Niemand wist daar iets van. Ik vond het wel aardig dat ik hen zelfs de juiste vindplaats kon aanwijzen. Zutphen de rijkste Degene die deze munten daar heeft begra ven, was niet arm. Hij of zij heeft de schat niet overhaast verstopt. Daarvoor zaten de munten te mooi in de pot. Waarom die pot met munten begraven is, blijft onduidelijk. Volgens mij was hier geen krijgsgewoel op dat moment. De spreuk in Arnhem op het Duivelshuis Zutphen de rijkste) zou aardig op deze muntvondst kunnen slaan. ZUTPHEN

Periodiekenviewer van Erfgoedcentrum Zutphen

Zutphen (vanaf 1982) | 2008 | | pagina 20