gens een langdurige successieoorlog, die Arnold diep in de schulden bracht en afhan kelijk maakte van steden en ridderschap. In 1431 sprak de inmiddels tot keizer verheven Sigismund de rijksban over Arnold en zijn onderdanen uit. De rijksban betekende dat de inwoners van Gelre vogelvrij werden ver klaard. Gelderse, handeldrijvende kooplie den konden in de Duitse landen zonder par don worden opgepakt. Vorsten in de omlig gende gebieden van Gelre mochten geen hulp bieden aan Gelderse onderdanen in nood.15 Om de schade zo veel mogelijk te beperken kwamen in 1436 steden en ridder schap bijeen om aan de hertog een aantal eisen te stellen. De keizerlijke ban moest worden opgeheven, en voorts werd bepaald dat Arnold geen beslissingen mocht nemen inzake oorlog en vrede, verpandingen, fi nanciën en muntslag zonder overleg van rid derschap en steden.16 De invloed van de ste den op het hertogelijk beleid werd steeds groter. Het was dan ook niet verwonderlijk dat hertog Arnold een bruidegom voor zijn nicht uitkoos die geld en invloed had. De fa milie Iseren beschikte in het vijftiende-eeuw- se Zutphen over beide zaken. De huwelijkse voorwaarden Andries Iseren verkreeg als 'huwelijksca deau' van de hertog het pandschap over de Zutphense tol. De inkomsten uit de tol, die in goede tijden aanzienlijk konden zijn, wa ren geheel voor Andries. Hij was niet ver plicht jaarlijks rekening en verantwoording af te leggen. Andries betaalde voor het pand schap aan de hertog 3.000 Reynaldus gul dens plus 200 gulden 'opslag' (verhoging). De hertog zou vervolgens die 3.000 guldens aan de stad Zutphen betalen. In 1424 was de tol namelijk voor hetzelfde bedrag aan de stad verpand. Het is heel goed mogelijk dat de hertog de stad niet onmiddellijk afbetaal de, want aan het eind van het jaar betwistte de stad de tolrechten van Andries Iseren. An dries gaf vervolgens 500 guldens aan de her tog. Dit bedrag werd besteed als eerste aflos sing aan de stad. Als compensatie verkreeg Andries toestemming om de tolrechten zelf weer aan derden te verpanden. Wilhelmina kreeg als bruidsschat 1.000 gul dens van de hertog, die uit de tol moesten worden betaald. Dit geld zou ze echter pas krijgen na het overlijden van haar echtge noot of bij eerder aflossen van het pand schap van de tol door de hertog. Andries Ise ren kreeg de verzekering dat de hertog pas na vijf jaar van zijn recht op aflossing ge bruik mocht maken. Tevens werd in het hu welijkscontract vastgelegd dat Wilhelmina jaarlijks uit de tol een lijfrente zou krijgen van 110 Rijnse guldens.17 De verpanding van de Zutphense watertol aan de familie iseren eindigde pas in 1489. Transcripties De elf charters die over de verpanding van de Zutphense watertol aan de familie Iseren gaan, geven een aardig beeld van de familiaire en stedelijke verhoudingen met de her tog van Gelre. De prachtige charters zijn op 11 oktober live te bewonderen bij het Regionaal Archief Zutphen (op de Landelijke Archievendag, 12-17 uur). De auteurs van dit artikel hebben transcripties gemaakt van de teksten in deze oorkonden. U kunt deze dan inzien en desgewenst daarover vragen stellen. 15 Nijhoff, I.A., Gedenkwaardigheden uit de geschiedenis van Gelderland door onuitgegevene oorkon den opgehelderd, Arnhem 1847,dl. IV p. XLI en de oorkonde nr. 86 d.d. 17-07-1431 16 Nijhoff, Gedenkwaardigheden, pp. XLVII-ILil en de oorkonde nr. 158 d.d. 11-04-1436. 17 OAZ inv. nr. 1377 reg. nr. Smelt 636. ZUTPHEN

Periodiekenviewer van Erfgoedcentrum Zutphen

Zutphen (vanaf 1982) | 2008 | | pagina 17