zeventiende eeuw is niets meer te vinden.
Het doorgeven binnen de familie Van Heec-
keren van overheidsfuncties zoals dat van
landdrost demonstreert exemplarisch het oli
garchische systeem dat in de zeventiende en
achttiende eeuw gangbaar was. Tussen 1626
en 1795 kwamen zes van de negen land
drosten uit het geslacht Van Heeckeren. (Het
landdrostambt omvatte stad en ambt Groen-
lo, Doetinchem, richterambten Steenderen,
Ruurlo, Hengelo, Zelhem en Hummelo. Een
landdrost was de hoogste rechterlijke ambte
naar). Evert van Heeckeren werd in 1645
landdrost, daarnaast vervulde hij meer be
langrijke overheidsfuncties. Na Everts dood
in 1680 werd zijn oudste zoon Walraven
landdrost. Deze overleed in 1701, waarna
Jacob Schimmelpenninck van der Oye en Ja
cob van Lintelo tot de Marsch landdrost wa
ren. De jongste zoon Jacob Derk werd land
drost van Zutphen in 1706, de significante
datum voor het oprichten van het grafmonu
ment. Hoezeer Jacob Derk aan familierepre
sentatie gehecht was blijkt ook uit de terug
koop van Huis Ruurlo in 1727, dat hij be
schouwde als de 'Stammsitz' van de Van
Heeckerens, hij liet er de familiewapens van
hemzelf en zijn vrouw op aanbrengen. Ook
Jacob Derks zoon Frans Jan was landdrost
van het graafschap.
Het monument
De vroegste vermelding van het monument
van Van Heeckeren komt voor in de Tegen
woordige Staat"Voorts ziet men hier, boven
de Grafkelder van den oudadelyken Huize
der Hekerens, eene fraaye marmeren Graf
tombe, versierd met de Borstbeelden van
Everhard van Hekeren, Heer van Netel horst
[sic] en Enghuizen en Landdrost des Graaf-
schaps Zutfen en Maria Torxk deszelfs Ge-
maalin. Onder deze beelden, zyn twee
schreiende Kindertjes, met omgekeerde en
uitgebluschte Toortsen uitgehouwen, en in
het midden, een' Feniks, uit zyne assche her-
leevende. Laager ziet men doodshoofden,
zandloopers en dergelyke zinnebeelden van
de Kortheid en brosheid des Menschelyken
Levens. Rondsom zyn de zestien adelyke
Kwartieren der Geslagten van Hekeren en
Torek verbeeld. Dit alles vertoont zig van
wit, op een grond van zwart en geel mar
mer." 6
Het monument is opgericht door de twee
nog in leven zijnde kinderen van het echt
paar in 1706, zestien jaar na de dood van
Maria Torek. Haar echtgenoot Evert van
Heeckeren was in 1680 overleden. De twee
kinderen die in 1706 nog in leven waren en
dus de opdracht tot het vervaardigen van het
grafmonument moeten hebben gegeven wa
ren Jacob Derk (1665-1749) en zijn zuster
Walburg (1656-1721). Het monument is dus
geruime tijd na de dood van de overledenen
opgericht.
Er kunnen vier of vijf elementen aan de
meeste grafmonumenten uit de barok onder
scheiden worden, de maker, een uitbeelding
van de gememoreerde, de architectuur, de
tekst en de heraldiek.
Deze volgorde zal ik hieronder hanteren. De
tegenwoordige praktijk bij het beschrijven
van beeldhouwwerken gaat uit van het werk
zelf, dat wil zeggen dat rechts voor de be
schouwer links is.
De maker
De beeldhouwer of ontwerper van het mo
nument is helaas (nog) niet te achterhalen.
Van Heeckeren van de Heest zegt daar zelf
over in een brief van 7 augustus 1898:
de onderzoekingen naar bewijzen en de
oudste registers van begraven of bijzetten tot
Tegenwoordige Staat der Vereenigde NederlandenDerde deel, Gelderland, Amsterdam 1 741, 359.
Latere vermeldingen geven een vrijwel identieke tekst, RJ. Entrop, J.J. van Hasselt, Geographische
beschrijving van Gelderland, Amsterdam 1772, 213, 214; J. Gimberg, 'Zutphensche opschriften uit
vorige eeuwen', Bijdragen en Mededeelingen 'Ce/re', li (1899), 275-277.
ZUTPHEN