licht: het schitterende uitzicht over het cou
lisselandschap aan de noordzijde van Kra
nenburg komt veel beter tot zijn recht en
ook is de tuin hierdoor een eenheid met het
huis geworden.
Laatste pastoor
Mogelijk werd de pastorie ongeveer tegelijk
met de verbouwingen van 1935-1936 ook
op enige andere terreinen aangepakt, want
in 1939 werd aan het bisdom gemeld dat
kerk en pastorie in goede staat waren.21 Een
nieuwe schilderbeurt bleek pas weer nodig
in 1950, en het bisdom Utrecht verleende
hiervoor toen vrijwel per kerende post toe
stemming.22 Slechts een tiental jaren later
werd opnieuw enig schilderwerk uitgevoerd,
want op de wisseldorpel van een van de ra
men is een merkteken van een schilder aan
getroffen uit februari I960.23 Dat dit de ver
moedelijk laatste schilderbeurt zou zijn on
der verantwoordelijkheid van de R-K Kerk
was toen nog niet te voorzien, maar maat
schappelijke en religieuze ontwikkelingen
binnen en buiten de kerk leidden spoedig
daarna tot het afstoten van het pand. Het
aantal belijdende katholieken en daarmee
dus het aantal parochianen liep terug, terwijl
bovendien een nieuw kerkgebouw in het
dorp Vorden was gesticht. Zo namen de in
komsten af en de kosten toe - een al gauw
niet meer vol te houden ontwikkeling. On
derhoud en exploitatie van de grote pastorie
werden te duur, en nadat de laatste pastoor
uit de pastorie en spoedig ook uit Kranen
burg was vertrokken, verloor het gebouw
zijn functie.24 Het pand, inclusief de grond
en het ernaast liggende, maar niet meer be
staande boerderijtje Klein Veldkamp werd in
april 1968 getaxeerd op 85.000, om - na
mislukte onderhandelingen' met enkele par
tijen - vervolgens in 1969 voor een prijs van
120.000 in de verkoop te gaan.25 Er was
toen kennelijk niet veel belangstelling, en de
voormalige pastorie is daarna enige tijd be
nut voor de tijdelijke huisvesting van parti
culieren, waarna er op 11 november 1970
een bieding van 50.000 op is gedaan. Het
kerkbestuur liet op 27 november een ver
zoek aan de toenmalige kardinaal, B.J. Al-
frink, uitgaan voor goedkeuring, onder ver
melding van een beoogde afscheiding van
het boerderijtje, dat apart verkocht zou wor
den. Blijkens latere en andere gegevens is de
pastorie uiteindelijk inderdaad voor dat be
drag in 'seculiere' handen geraakt.26 Het
huis is daarop tientallen jaren verhuurd,
maar de nieuwe bezitsverhoudingen bete
kenden allerminst dat dreigend verval was
afgewend. Er werd nog beperkt onderhoud
verricht - waaronder enig schilderwerk in
1974 - maar van zulke 'elementaire' voor
zieningen als water uit het leidingnet of van
een moderne rioolaansluiting bleef het huis
21 R.A.U., Arch. Bisdom Utrecht, Toeg. 449, inv.nr. 243, verslag visitatie 17 okt. 1939; In verslagen van
24 okt. 1934 en okt. 1936 wordt uitdrukkelijk gesteld dat kerk en sacristie herstellingen vereisen,
resp. een goede beurt hebben gehad.
22 R.A.U., Arch. Aartsbisdom Utrecht, Toeg. 449, inv. nr. 1196, Omslag 1935-1967, Brief 4 december
1950: Dit is de volgende en mogelijk laatste keer dat er in de kerkelijke archieven over noodzakelijk
buitenschilderwerk wordt gesproken.
25 Inscriptie op de bovenzijde van het linkse zijraam van de 'zaal': "febr 1960 Jan ...tink" [of: ...bink,
AFJN]
24 Mondelinge informatie van parochianen; Korte geschiedenis van de R.-K. parochiepp.7 e.v.; Vgl.
300 jaar Franciscanen 1994, pp.22,23; R.A.U., Arch. Aartsbisdom Utrecht, Toeg. 449, inv. nr.
1196, Omslag 1935-1967, Brief 15 aug. 1966: Het kerkbestuur legde zijn functie neer vanwege een
door velen ondertekend opgezegd vertrouwen in Bodewes.
25 Archief R.-K. kerkbestuur Vorden: Brief van Aartsbisdom Utrecht, d.d. 19 juli 1968: In deze brief aan
de nieuwe Vordense pastoor, J.W. van Berkel, wordt gesteld dat pastorie, particuliere woningen en
kleuterschool door twee van de kerk onafhankelijke taxateurs moeten worden getaxeerd.
26 Archief R.-K. kerkbestuur Vorden: Diverse stukken betreffende taxatie en verkoop.
ZUTPHEN