De pastorie is wat de watervoorziening be treft vermoedelijk niet lang daarna overge gaan op een eigen, elektrische pomp en een voorraad- en drukvat ten behoeve van een huisnetwerk, waarin een curieus systeem van distributiekranen werd toegepast. Het complete netwerk was in 2002 nog aanwe zig; een aansluiting op de provinciale water leiding is later nog wel voorbereid, maar was in ieder geval in dat jaar niet operationeel en is dat vermoedelijk ook nooit geweest. Uiter aard is de verbinding met het net vervolgens wél tot stand gebracht; het totale huisnet uit de jaren '30 werd 'opgeruimd en is vervan gen door modern materiaal. De oude elektri sche pomp en het drukvat zijn - evenals de oude handbediende pomp - echter gehand haafd en worden nu benut voor het sproeien van de tuin. Verbouwing achterhuis Het midden van de jaren '30 bracht de be langrijkste wijzigingen. Hierover zijn we tot in detail geïnformeerd dankzij tekeningen en bestek van G.J. Meilink te Vorden, gedateerd mei 1935.14 In het bestek staan tal van de tails op het gebied van materiaalgebruik en van wijzigingen in het bestaande pand. Het meest in het oog vallende onderdeel van Meilinks plan was dat de helft van de be staande puntgeve! en van het zadeldak van het achterhuis diende te worden gesloopt, waarna het resterende deel zodanig zou worden aangeheeld dat aan de oostzijde een rechtwandige overloop ontstond, die bereik baar werd via een nieuw te bouwen trap, naast de bestaande gang langs het achter huis. De trap met kwart draai kwam uit op een overloop in de richting van het voorhuis, die uiteindelijk - als een van de weinige af wijkingen van het bestek - werd voorzien van openslaande deuren naar het plat boven de tegelijkertijd te construeren veranda. Met uitzondering van het deels gehandhaafde westelijke dakvlak, dat was belegd met 'tui- le-du-Nordpannen', werden dak en veranda vlak gedekt en voorzien van mastiekwerk. De nieuwe overloop - die exact in het ver lengde van de overloop in het voorhuis ligt, zij het op lager niveau - kreeg geen verbin ding met dit voorhuis15; hij gaf slechts toe gang tot drie kamertjes. De kamers werden voorzien van een in het westelijke dakschild aangebrachte, doorlopende dakkapel met vensterstrook, terwijl er verder enige inge bouwde kasten een plaats kregen. De drie ruimten waren bedoeld om onderdak te bie den aan een huishoudster en een dienstbo de.16 Een tweede onderdeel van het ontwerp van Meilink, uit 1935, had betrekking op de bouw van een nieuwe kluis. Deze vlak te dekken, nieuwe kluis, waarvoor, volgens het bestek, een bestaande deur zou worden her gebruikt, werd gebouwd op basis van 20 cm gewapend beton, met aan de buitenzijde een bekleding van baksteen.17 De nog com- 14 Archief Bouw- en Woningtoezicht gemeente Vorden, Ruurloseweg 103, mei 1935: Verbouwing R.-K. pastorie te Vorden, schaal 1:100 en Omschrijving verbouwen der pastorie en: Het jaar 1935 Bestek en teekening van den bouw der bovenwoning voor de huishoudster der pastoor en voor den bouw eener kluis in de pastorie, (getekend: 12 mei '35, no. 782), alsmede: Vergunning tot het bou wen, d.d. 13 mei 1935. 15 Zoals eerder aangegeven, werd het bestaande, ronde venster dichtgezet. Wel werd een klein door geefluikje met een ijzeren spil erin aan de zijkant van de gang geplaatst. 16 Vgl.: 300 jaar Franciscanen 1994, p.16: Hier staat het als volgt: Een 'vrouwenkwartier'be doeld voor het damespersoneel op de pastorie werd aan de pastorie aangebouwd." Overigens laat de tekening zien dat het dichtst tegen het hoofdhuis gelegen vertrek van de drie aanvankelijk de be stemming 'zolder' zou krijgen. 17 De kluis is ongeveer drie meter breed, één meter diep en tweeënhalve meter hoog, en hij is voorzien van een nog uit de jaren dertig daterende, op maat gemaakte, houten stelling. De 'bestaande deur' zou ook een buitendeur geweest kunnen zijn. ZUTPHEN

Periodiekenviewer van Erfgoedcentrum Zutphen

Zutphen (vanaf 1982) | 2007 | | pagina 6