menten samengestelde, in (Bentheimer) zandsteen uitgevoerde deuromlijsting die tientallen jaren de entree in de voorgevel heeft omgeven, maar die door vocht en vorst zwaar te lijden heeft gehad, en daar door vermoedelijk kort na de Tweede We reldoorlog is vervangen door wit geschil derde baksteen.18 Bij de recente restauratie van het pand werd naar voorbeeld van eni ge grote resten van de originele blokken en aan de hand van foto's een replica van de zandstenen toegangsomlijsting geplaatst.19 Hierboven bleven de originele bakstenen spitsboog, de nog wel aanwezige latei en het glas-in-loodraam met ruitvormig pa troon integraal gehandhaafd. De dubbele voordeur werd aan de buitenzijde uiterst sober uitgevoerd: beide vleugels waren samengesteld uit onbewerkte, verticale, vuren delen - ze werden elk voorzien van een klei ne, ronde opening met een gietijzeren rooster; de linker deur bevatte daaronder ook nog een gietijzeren brievenbus. De binnenzijden waren rijker uitgevoerd, met afgebiljoend lijst- en re gelwerk en zwaar hang- en sluitwerk. Vierkan te luikjes achter de beide openingen en een dito postbak aan de binnenzijde completeer den het geheel. Bij de restauratie werd de tota le binnenzijde van de deuren gehandhaafd, maar is de grotendeels verrotte buitenzijde - die in het verleden al eens was bedekt met smalle schrootjes - vervangen door eiken de len, naar voorbeeld van de originele vorm. De vensteropeningen van de pastorie zijn vrij wel zonder uitzondering voorzien van vierruits schuiframen met verdeeld bovenlicht.20 De ei ken en zandstenen kozijnen en vensteromlijs tingen zijn - op de exemplaren van de kelder na - allemaal origineel, en de ramen - voor het veruit grootste deel - eveneens. Decoratieve elementen De bouw van de pastorie vorderde gestaag, en tegen de zomer van 1868 moet het pand in ruwe vorm gereed zijn geweest, inclusief het achterhuis, waarin de keuken en het washuis waren opgenomen. Op 30 juni werd namelijk betaald voor het opruimen van de pastorie, nadat eerder diezelfde maand het voegwerk door Hm. Smeenk was voltooid, waarvoor hij 76,75 kreeg.21 Dit betekent dat toen ook het door Cuypers be oogde siermetselwerk in de gevels was ge reedgekomen. Want Cuypers zou Cuypers niet zijn als hij aan het monotone metsel werk geen decoratieve elementen toevoeg de, en op meerdere niveaus had hij dan ook een speelse bakstenen fries of een band voorzien.22 Vergelijkbare of (vrijwel) identie ke banden zijn ook in het metselwerk van de kerk aanwezig - een van de duidelijkste aanwijzingen voor het gelijktijdig ontstaan van de beide ontwerpen. Zo zijn er op vijf verschillende niveaus opvallende, decora tieve baksteenstroken of friezen aange bracht. De eerste bouwlaag wordt bijvoor- 18 Op een foto van de oprichtingsceremonie van de voetbalvereniging Ratti, in 1945, komt de oor spronkelijke deuromlijsting nog voor, op latere opnamen niet meer. Vgl.: De gelegenheidsuitgave: 60 jaar s.v. Ratti, van augustus 2005. 19 In de tuin werden drie grote fragmenten van het deurkozijn blootgelegd, die kennelijk decennialang als treden van een afstapje hebben gefungeerd. Tijdens de restauratie van de ingangspartij kwam de voormalige huisnummeraanduiding van het pand tevoorschijn: D 137. 20 Vgl.: K. Steehouwer en H. Janse, 1992, p.24. De vensteropeningen meten ongeveer 2,70 x 1,35 m, de ramen ca. 2,60 x 1,30 m. 21 Kasboekje, Onder: Pastorij - hout, Pastorij - Stukadoren, Pastorij - Ijzer en Lood en Pastorij - Ar beidsloon: Hm. Smeenk - kennelijk iemand anders dan de eerder genoemde Teunis - zorgde in het voorjaar van 1868 tevens voor het 'berapen der pastorij', het 'dakaanstrijken' en het 'vloeren der keuken en waschhuis', waarvoor hij in totaal 76,85 - dus vrijwel hetzelfde bedrag als voor het voegen - betaald kreeg. 22 Een fries is een horizontale, bandvormige gevelversiering. Oorspronkelijk werden alleen in de klas sieke bouwkunst zulke banden als zodanig benoemd, maar later werd het gebruik meer algemeen. ZUTPHEN

Periodiekenviewer van Erfgoedcentrum Zutphen

Zutphen (vanaf 1982) | 2007 | | pagina 7