Terwijl er maar weinig met zekerheid be- sche onderdelen in het interieur. Pierre Cuy-
kend is over de eerste kerk met pastorie pers maakte de ontwerpen voor de kerk van
langs de Ruurloseweg, geldt het omgekeerde Kranenburg in 1855, want onder meer uit
voor het nog bestaande complex: hiervan september van dat jaar is een ontwerpteke-
zijn gegevens gevonden tot op 'microni- ning van zijn hand bewaard gebleven waar-
veau'. Dit is vooral te danken aan de overge- op de totale lengtedoorsnede is weergege-
leverde archieven, die voor een belangrijk ven.5 Helaas is van de pastorie tot op heden
deel teruggaan tot in de bouwtijd, en hier en geen ontwerp gevonden, maar in het con-
daar zelfs nog tot in de jaren daarvóór. Zo is tract met de opdracht voor de constructie
een flink deel van de correspondentie tussen van de kerk, van januari 1856, staat dat hij
de stichters en de architect en tussen de ook de bouw van een nieuwe pastorie voor
stichters en de feitelijke uitvoerders van de zijn rekening moet nemen.6 Samen vormen
bouw bewaard gebleven; van de pastorie ze het oudste door Cuypers ontworpen en
bestaat zelfs een gedetailleerd kasboekje nog bestaande kerkelijke complex: een zeer
over de jaren 1867-1873.3
bijzonder duo dus.
Een zeer bijzonder duo
De rowbouw van de pastorie
Kerk en pastorie van Kranenburg zijn vroege De eerste notitie in het kasboek dateert van
ontwerpen van de later beroemd geworden 16 juli 1866; langere of kortere tijd daarvóór
P.J.H. (Pierre) Cuypers, architect van onder is dus definitief beslist dat de ontworpen
meer tientallen rooms-katholieke kerkgebou- pastorie ook werkelijk zou worden uitge-
wen en van grootschalige en vaak ingrijpen- voerd. Op die 16e juli werd een bedrag van
de restauraties. Cuypers liet zich in zijn 62,50 betaald aan ene P. van Kessel, die
kerkontwerpen sterk inspireren door de Fran- 50 mud maaskalk had geleverd.7 Maaskalk
se en Duitse kerkenbouw uit de 12e en 13e of Luikse kalk was een gangbare naam voor
eeuw; hij was tevens schatplichtig aan de zogeheten steen ka Ik, die als grondstof dien
zogeheten gothic revival in Engeland. Hier- de voor de bereiding van metselspecie, en
naast bleef de toen gangbare classicistische die in dit geval uiteraard afkomstig was uit
achtergrond in zijn opleiding een belangrij- het Oost-Belgische Maasgebied. Nadat de
ke voedingsbodem voor zijn werk. Zo is de eerste kalk was geleverd, bleef het ongeveer
parochiekerk in Kranenburg neogotisch, met een halfjaar stil, tot op 10 januari 1867 aan
een vleugje neoromaans in het interieur4, F.C. Colenbrander 38,50 arbeidsloon werd
terwijl de belendende pastorie sober neogo- betaald voor het lossen van 77.000 metsel-
tisch is, met enige .aspecten van neoclassi- stenen, die per schip in Zutphen waren aan-
cisme in het exterieur en vele neoclassicisti- gevoerd. Dit was het grootste deel van de in
Het kerkbestuur heeft het kasboekje welwillend afgestaan aan cle huidige eigenaren van de pastorie,
in casu mevr. M.C. Dozy en de auteur. Waarvoor dank.
Vgl.: H.P.R. Rosenberg, 1972, pp.41,42: Typerend zijn onder meer de invloed van de Rijnlandse ro~
manogotiek en de 13e-eeuwse gotiek van het lie de France - uitgevoerd in baksteen.
SMR, Inv. nr. 0512. Tekst luidt: "Nieuwe kerk Vordert Prov. Gelderland Roermondsept. 1855 PJH
Cuypers [sign.]". In de schaduwinventarisatie van tekeningen die destijds naar het huidige NAi zijn
overgebracht, werden ook de pastorie en de school genoemd. De kaartjes betreffende kerk en pas
torie laten dezelfde map-, volg-, en negatiefnummers zien [beide map 330, tek. 4, neg 1011 en fpl
337-9]. Deze stukken werden echter in het SMR, noch in het NAi aangetroffen.
Archief R.-K. kerkbestuur Vorden, 1856, 5 januari 1856 a en b; Ook M.J.F. Lindeijer, 2001, stuitte op
deze bron.
Kasboek, Onder: Pastorij Kalk Cement en Steen, 1 6 julij 1866.Op een paar dagen na, een jaar later,
volgde een tweede, identieke levering; J.M. Verhoef, 1982, p.132: Een (metrieke) mud was 100 liter.
ZUTPHEN
7