Dat werk omvat het wegbreken van de wa termolens (in de buurt van nu C&A) met de daarbij horende funderingen, alsmede de bestaande stuw vóór de watermolens en de molenhuizen aan de Rozengracht. Verder nog het wegbreken van de houten brug bij de watermolen en de stenen brug bij de Nieuwstad. Een deel van de Berkel wordt overwelfd door de aanleg van een groot dui kerriool waarna dat deel wordt aangeplempt en opgehoogd met zand. Aan de boven- mond van de genoemde duiker (bij de Nieuwstad) wordt een nieuwe stuw ge bouwd. Ook wordt er een beweegbare stuw of keersluis in de mond van de oude haven achter de H.B.S gemaakt. De Berkel wordt uitgediept tussen de stuw en de Berkelbo- gen en de tuinmuur met afsluithekken langs de Molenbeekstraat wordt verplaatst. Als af sluiting worden het overwelfde deel en de zijstraten van de aangrenzende gedeelten bestraat. De op de overwelving aansluitende Rozengracht wordt eveneens aangepakt. In het gemeenteverslag van 1890 vinden we vermeld dat de lang beraamde verbetering van de verbinding van het station met het centrum van de stad over de Rozengracht is gebeurd door het leggen van een geheel nieuwe straat. De gebouwen en woningen die aan de noordzij langs de Berkel waren gelegen zijn na een "minnelijke onteige ning" afgebroken. In verband met de stich ting van het nieuwe badhuis door de provi soren van het Oude en Nieuwe Gasthuis is het reeds overwelfde deel van de Berkel met ruim 18 meter verlengd en voorzien van een nieuwe frontmuur. Op die manier is er vóór het badhuis een vrij ruim plein ontstaan. De aanwezige houten loopbrug bij het Stations plein is vervangen door een stenen boog brug. De rooilijn is gewijzigd zodat na vol tooiing de nieuwe straat een breedte heeft van 15 meter. De rijweg, bestraat met keien, beslaat daarvan zeven meter. In aansluiting met de nieuwe brug is een bestrate rijweg naar het Station gelegd. In de Zutphensche Courant van 1 november 1890 vinden we vermeld dat de nieuwe aan leg en verbreding van de Rozengracht zijn voltooiing nadert en dat aan de bedrijvig heid te zien is dat de oplevering nabij is. Het zal niet lang meer duren of men kan van het station komende de stad voortaan over een stenen brug langs een flinke brede weg be reiken. De aannemer heeft de vroegere zo weinig gerespecteerde Rozengracht herscha pen in een straat die haar naam met ere draagt. De toestand is nog wel voor verbete ring vatbaar maar als de oude huisjes plaats hebben gemaakt voor flinke winkels die met het gebouw van de Loge en van de wed. Hoffmann één lijn vormen en als het bad huis aan de overzijde goede buren krijgt dan zullen ook de tegenstanders van het plan moeten getuigen dat Zutphen zich voortaan over zijn entree niet meer hoeft te schamen. Maar er blijven wensen, gezien een ingezon den brief in de krant van 7 november 1890. Onder de kop "Verfraaiingsfantasien" laat een briefschrijver weten dat Zutphen goed op weg is om één der fraaiste provinciestadjes van ons vaderland te worden en dat de ver breding van de Rozengracht daar veel aan heeft bijgedragen. Wel vindt hij dat het blok huizen tussen de Apenstert en de Barlheze alsmede de hoekhuizen van de laatst ge noemde straat bij de nieuwe brug over de Berkel voor zover nodig aangekocht en afge broken zouden moeten worden. Er zou dan een een flinke plaats ontstaan voor een nieu we Sociëteit met een tuintje er voor. De ver binding tussen de stad en het Coenenspark, de haven, de pakhuizen erlangs en de vee markt laat veel te wensen over. Bij hoog wa ter is de weg langs de IJssel meestal gestremd terwijl de overweg aan de Nieuwstad her haaldelijk afgesloten is door rangerende trei nen. Zou er kans zijn om westelijk van het station een brug te slaan - desnoods alleen voor voetgangers - die de stad direct verbindt met de brug over de haven die voert naar het steeds mooier wordende Coenenspark? ZUTPHEN 0 0

Periodiekenviewer van Erfgoedcentrum Zutphen

Zutphen (vanaf 1982) | 2007 | | pagina 19