stel navenant minder problematisch, al was het trekken van vele duizenden spijkertjes vervelend werk: alle deuren waren met hard board of multiplex beplaat. Enkele kozijnen op de begane grond werden in de jaren '50 ontdaan van de lijstwerken of chambranles, maar ook hiervoor zijn replica's vervaar digd.30 Net als die in de gang zijn ook de meeste andere deuren vermoedelijk herge bruikt. Alle zeven kozijnen op de overloop boven doorstonden de jaren '50 overigens zo goed als gaaf. De bimnemblindem Vrijwel alle grote vensters - zowel boven als beneden - zijn bij de bouw van het huis voorzien van openslaande, gevouwen bin- nenblinden - eveneens in neoclassicistische trant gedetailleerd.31 Deze blinden, die door middel van een diagonale stang kunnen worden vergrendeld, zijn nog steeds aanwe zig en functioneren naar behoren. Slechts in de beide voorkamers zijn ze in geopende toestand van oudsher gevat in speciale muurkasten; elders staken ze wanneer ze open stonden een eindje de kamer in.32 Ter wijl de pastorie vanbinnen werd voorzien van twintig paar blinden, kwamen aan de buitenzijde even zovele persiennes - luiken met schuin geplaatste latjes, of, zoals het in het kasboekje wordt vermeld: 'Zonnescher men rondom de pastorij'.33 Deze in totaal veertig persiennes zijn na de opheffing van het huis als pastorie tientallen jaren opgesla gen geweest. Ze hangen nu weer op hun plaats, en behorèn tot de meest in het oog vallende visitekaartjes van het gerevitaliseer de monument. In de beide belangrijkste kamers werden in 1868 elk drie vensterbanken aangebracht - échte vensterbanken nog, waarin je werke lijk kon zitten. Hoe de vensterbanken er exact hebben uitgezien, is vooralsnog onbe kend. Dit is niet alleen te wijten aan het ont breken van fotomateriaal, maar is vooral een gevolg van het feit dat vijf van de zes ruim ten onder de vensterbanken rond 1925 zijn benut voor het plaatsen van op maat ge maakte, gietijzeren ledenradiatoren voor een centraalverwarmingssysteem. De zesde ven sterbank is toen ook iets aangepast, maar tijdens de restauratie kwam een origineel wandpaneel tevoorschijn, dat in ieder geval een indruk van de vroegere toestand zal blij ven geven. De radiatoren en de vensterban ken zijn - behoudens noodzakelijk spuit- en lakwerk - merendeels in de in 2002 aange troffen opstelling gehandhaafd en herge bruikt. Bij de bouw van de pastorie werd het nodige ijzer- en loodgieterswerk in hoofdzaak ver richt door G. Emsbroek, H. Eijkelkamp, A.J. Lindenschot (als timmerman), H. Barendsen en G.J. van Ark. Deze werken omvatten zul ke uiteenlopende zaken als het completeren van de waterpompinstallatie, het maken van dakgoten, het monteren van het hang- en sluitwerk van de deuren, zonneschermen en blinden en het plaatsen van dakramen. Ko perslager en loodgieter Emsbroek uit Vorden, die ook de 'looijen kokers van het bovense- creet' - de valpijp van het boventoilet dus - aanlegde, ontving veruit het grootste bedrag: ruim 515, van de in totaal 843,335. Van dit totaalbedrag kreeg verder nog ene J.H. ten Braak uit Zutphen een som van 4,05 voor het plaatsen van 'ijzeren roeden in 4 gevelraamtjes' [sic] - van de diefijzers in de vier kelderraampjes dus.34 Indien de secreten waren uitgevoerd zoals in die tijd gebruike lijk was, dan hadden ze een vaste, aan de 30 Vgl.: C.M. Storm van 's Gravesande, 18502, pp.379 e.v. 31 Alleen op de overloop waren geen blinden aangebracht. 32 Vgl.: C.M. Storm van 's Gravesande, 18502, p.399. 33 Kasboekje, Onder: Pastorij - hout. Ze werden geleverd door G.J. Lijsen en betaald op 1 juli 1869. 34 Kasboekje, Onder: Pastorij - Ijzer en Lood. ZUTPHEN

Periodiekenviewer van Erfgoedcentrum Zutphen

Zutphen (vanaf 1982) | 2007 | | pagina 10