Hoe de cantate heeft geklonken, hoe lang deze duurde en wie bij de opvoering betrokken
waren, dat weten we helaas niet. De muziek heb ik niet kunnen vinden en de notulen zwij
gen over de generale repetitie op 7 november en over de openbare vergadering van maandag
8 november 1802. We moeten het dus met de tekst doen. Die ziet er zo uit:
CANTATEVOOR HET NATUURK. GEZELSCHAP TE ZUTPHENONDER DE SPREUK
NUT IS ONS DOEL'7
Aria
De vogel dartele op den tak,
Met glanzend ooft belaan;
Het lam spring' vrolijk over 't vlak,
Getooid met spruitend graan;
Het lam, de vogel acht het niet,
Vanwaar, of hoe de zegen vliet'.
Coro
Tot hoogren stand heeft ons Gods gunst verheven!
Een rijker gave is ons gegeven!
Het licht, dat gij, o Reden18, spreidt,
Beschijnt Natuur; geen duisterheid
Verbergt meer 't wonder van haar raders;
En 't hart erkent de gunst eens Vaders,
Die al wat ademt heil bereidt.
Duetto
A.
Welk een grootheid, Mensch te wezen!
B.
En waardgekeurd, en toegerust
Met kracht en lust,
Om, in 't verbazend al, des Makers roem te lezen!
A en B.
Welk een grootheid, Mensch te wezen!
Recitativo
Geen afgrond zinkt te diep; de wetenschap
Peilt zijn verborgenheid. Geen grenspaal wijkt
Te ver de heemlen in; zij reikt er bij.
Het wriemlend leven, in een waterdrop,
17 A.C.W. Staring - Gedichten van A.C.W. Staring. Eerste stuk. Uitgegeven bij H.C.A. Thieme, Zutphen
1820, p. 151 t/m 155.
18 Reden. Ondanks de slot-n is hier bedoeld: rede, verstand.
ZUTPHEN