In Zutphen hebben we het meest met dendro chronologie te maken als manier om te schat ten hoe oud een gebouw, eigenlijk het hout in een gebouw is. De kap is dan het meest spec taculair, maar er is meer hout in een pand. Het beschreven proces is met alle hout te doen. Ook houten schilderijlijsten zijn te dateren. Een archeologische vondst van een boomstam of een onder de grond geraakte balk is in prin cipe dateerbaar. In Amerika wordt dendrochronologisch onder zoek vooral gedaan ten behoeve van klimato logisch onderzoek. Dat gebeurt merendeels aan de hand van naaldhout. In onze omgeving komt erg veel eikenhout voor, maar dat is daar niet zo geschikt voor5. Eerder in dit artikel kan misschien de indruk ontstaan zijn, dat het weer de belangrijkste factor is voor de dikte van de jaarringen. Juist bij de eik spelen daar naast heel veel andere factoren een rol. Daar bij kwam dat eikenhout handelswaar was; er is nogal mee gesleept. Heel veel aan denclrochronologische bepalin gen zou geautomatiseerd kunnen worden. Machines kunnen een monster tot op de juis te dikte slijpen, de afwisseling van fijnporig hout met grofporig hout - dat is: een jaarring - is te detecteren en te meten, de er uit ko mende getallen kunnen met talloze andere reeksen vergeleken worden tot de best pas sende er uit komt. Daar hoeft geen mens aan te pas te komen. Maar het nemen van een goed monster, het op de juiste plek de boor zetten, het boren tot de juiste diepte en het beoordelen van het monster, dat blijft vak manschap. 5 Jansma, E. Dezelfde bron als in de vorige voetnoot. "ALTERSTREND" Hollstein noemde de afname van de jaar- maken, maar daarvoor niet. Gemiddeld is ringdiktes met de leeftijd //Alterstrend//. Die de jaarring in een eik van 10 jaar oud 2,05 afname bleek volgens een e-macht te lopen: mm, bij een eik van 100 jaar oud is dat 1,13 B(N) C1 [exp {T (N-10)}] C2. Hierbij is mm en bij een duizendjarige eik 0,70 mm. B(N) de dikte van de ring B bij toenemende Een ervaren dendrochronoloog vertelde dat ouderdom N, C1 1,35 mm, C2 0,70 hij wel eens jaarringen van een halve miIli- mm en T -0,0127. Hollstein schreef dat meter had gezien, maar ook wel eens van hij geconstateerd had dat de jaarringen bij 2,5 cm.6 een tienjarige eik op z'n breedst zijn. Vanaf dan gaan ze steeds dunnere jaarringen 6 Vriendelijke mededeling van E. Premier. CORRELATIE Als twee reeksen cijfers perfect samen oplopen is 5,6,7,8,9,10,11,12,13; de correlatie is 1. Als is R +1. Dat doet zich voor als bijvoorbeeld de andere reeks is 5,6,7,6,5,4,5,6,7, dan is de de ene reeks 1,2,3,4,5,6,7,8,9 is en de andere correlatie 0,45. Als de tweede reeks ook. Maar ook als de andere reeks 1,2,1,2,1,2,1,2,1 is, wordt de correlatie 0. In 2,4,6,8,10,12,14,16,18 is, is R +1. Maar als het eerste voorbeeld was in beide reeksen elk de tweede reeks 9,8,7,6,5,4,3,2,1 is, dan is R getal 1 meer dan de vorige, in het tweede -1Als de twee reeksen absoluut niet op elkaar schommelde dat wat naar boven en beneden, lijken, komt er R 0 uit; dat is géén correlatie, maar in het derde voorbeeld waren het wel Het is een beproefde methode; in Excel kan het heel verschillende rijen cijfers. Wilt u weten op met de functie CORREL. Enkele voorbeelden: welke formule de correlatieberekening berust, De ene reeks is 1,2,3,4,5,6,7,8,9 en de andere raadpleeg dan de Helpfunctie van Excel. ZUTPHEN

Periodiekenviewer van Erfgoedcentrum Zutphen

Zutphen (vanaf 1982) | 2006 | | pagina 18