crokosmos waarvan Saturnus deel uitmaakt;
vuur en lucht; 'oogen zien geluid'.
SAMENGEVAT
Starings Cantate voor het natuurkundig gezel
schap te Zutphen onder de spreuk Nut is ons
doek is een lofzang op de mens, op het onder
zoek van de natuur, maar vooral op God, Wiens
grootheid via de studie van de natuur zichtbaar
wordt. De natuur is slechts middel, is 'bewijs'
van Gods macht. Het natuuronderzoek, zoals
het genootschap dat bedrijft, heeft in diepste we
zen een godsdienstige fundering. In verschijnse
len van de dode en de levende natuur zien on
derzoekers steeds opnieuw de scheppende hand
van God. Het stuk is tegelijk een manifest van
het Zutphens genootschap 'Nut is ons doel', dat
Staring verzocht deze cantate te schrijven.
Door deze strekking en door beelden die Staring
gebruikt kenmerkt deze cantate zich als een
fysico-theologische tekst. Deze cantate is daar
mee vrij bijzonder, want het is Starings eerste en
enige expliciet fysico-theologische uiting. We
zien weliswaar in zijn overige werk wel belang
stelling voor natuurwetenschappen en techniek
in bijvoorbeeld Het stoomtuigStoom rijtuig op
een ijzerbaan, De diep-egge. Maar de strekking
dat alle studie van de natuur ons brengt tot er
kenning van Gods almacht treffen we alleen in
deze cantate aan.
TOT SLOT
Staring zou hierna nog vier cantates schrijven,
die geen van alle iets met Zutphen of de regio te
maken hebben. In 1815 schreef hij twee wereld
lijke cantates: Ariadne en De Zee. Bij geen van
beide is muziek gecomponeerd, al was dat wel
Starings wens. Voor kerkelijk gebruik schreef hij
een cantate op het derde eeuwfeest van de Her
vorming (in 1817) en 'Kerkgezangen' (in 1819).
De aanleidingen om deze vier cantates te schrij
ven en de functies ervan zijn nogal verschillend
van de eerste cantate. Met Ariadne en De Zee
heeft Staring uit eigen beweging echte zangstuk
ken willen maken, mogelijk omdat hij plezier
had in het genre, niet in opdracht. De beide ker
kelijke cantates schreef hij onder meer om bij te
dragen aan de ontwikkeling van een volwaardig
eigentijds Hervormd kerklied, naast de psalmen
die tot ongeveer 1800 het alleenrecht hadden in
de eredienst.
LITERATUURVERWIJZINGEN:
Boogman, J.C. e.a. (red.), A.C.W. Staring. Dichter
en landman. Regionalist en nationalist. Walburg
Pers. Zutphen 1990.
Bots, J., Tussen Descartes en Darwin. Geloof en na
tuurwetenschap in de achttiende eeuw. Speculum
Historiale nr. 8. Van Gorcum Comp. Assen 1972.
Evers, M., De vormingsjaren van A.C.W.
Staring. Brieven en documenten betreffende zijn
studietijd in Harderwijk en Cöttingen1784 - 1789.
Verloren. Hilversum 1996.
Hermans, M.R., Genootschapsleven in Zutphen
1778 - 1834. In: Bijdragen en mededelingen van
de Vereniging Ge/re, deel 76 (1985), p. 56 - 87.
Heijde - Zomerdijk, M.A. van der, The develop
ment of public concerts during the late seventeenth
and eighteenth centuries. In: Mededelingen van de
Stichting jacob Campo Weyerman, jrg. 22 (1999),
nr. 2, p. 55-59.
Opsteiten, G.E., Brieven van mr. A.C.W. Staring in
geleid en toegelicht. Eerste stuk:
Inleiding. Tweede stuk: Brieven. H.D. Tjeenk Wil
link Zoon. Haarlem 1916.
Staring, A.C.W. - Gedichten van A.C.W. Staring.
Twee stukken. Uitgegeven bij H.C.A. Thieme, Zut
phen 1820.
Zutphen, stadsarchief:
Het archief van het genootschap 'Nut is ons doel'
in het stadsarchief van Zutphen maakt deel uit van
het genootschap ter beoefening van natuurkundige
wetenschappen 'Physica1: A. Het natuurkundig ge
nootschap 'Nut is ons doel'. Inventarisnummers 2,
3, 6, 8, 9,11, 12, 13, 14, 16en 18t/m21.
ZUTPHEN