Fig. 8 Nok van de sporenkap in nr. 12.
ring) de keep en het restant aanwezig van lijk verdwenen toen de borstwering van de
een oorspronkelijk schegstuk. De schegstuk- Waterstraatgevel en de overliggende bouw-
ken voerden met een knik onder in het dak- muur werden verhoogd. De verhoging hing
vlak het water over de borstwering op straat samen met de realisering van de verdieping,
of in de goot.
VERBOUWING EN VERANDERINGEN IN
DE KAPCONSTRUCTIE
vermoedelijk kort voor 1835. De toen ver
hoogde zoldervloer werd slechts bruikbaar
als de onderste haanhouten werden verwij
derd. Vermoedelijk ligt dezelfde reden ten
Bij de verbouwing van 1982 werden in nr. grondslag aan het verdwijnen van de onder-
14 twee zolderverdiepingen in de kapcon- ste haanhouten in nr. 14: de verdieping die
structie aangebracht die ten koste gingen van in 1835 door Busser zal zijn gerealiseerd,
het middelste haanhoutniveau en de plaat- De stijl van de onderslagconstructie, die nu
sing van de onderslagbalk eronder. Dit laat- op een eiken klos op de tussenmuur (zolder-
ste constructieonderdeel werd met korbeel, vloerniveau in nr. 14) rust, is waarschijnlijk
sleutelstuk en al ongeveer 80 cm verhoogd. langer geweest, aangezien de klos vlak on-
Wanneer het onderste haanhoutniveau met der het korbeel van de onderste onderslag-
onderslagbalk is verdwenen, is niet bekend. constructie zit. De stijl werd waarschijnlijk
Op de bouwtekeningen van 1978 en 1982 ingekort toen de tussenmuur werd opge-
zijn ze in de bestaande toestand al niet meer hoogd ten behoeve van de realisering van de
aanwezig (zie fig. 2).
eerste verdieping in ca. 1830. Daarboven
In de kap van nr. 12 is de hoofdopzet beter waren de zolders waarschijnlijk nog tot ver
behouden gebleven. In essentie zijn de twee in de 20e eeuw (circa 1982?) gescheiden
bovenste haanhoutniveaus nog aanwezig. door planken wanden. Deze wanden wer-
Het onderste haanhoutniveau is hier duide- den bij de splitsing van het huis in 1720 op
ZUTPHEN
75