ping, nadat buurman Johannes Jacobus Wee vers zijn in 1825 gekochte schuur Water straat 12 vóór 1832 al tot woning had ver bouwd en van een woonverdieping had voorzien. NADERE BOUWHISTORISCHE BESCHRIJVING VAN HET PAND OPZET VAN HET PAND Het pand beslaat twee adressen, het hoek pand nr. 12 en links ervan nr. 14 onder één doorlopende kap met de nokrichting haaks op de Kuiperstraat en parallel aan de Water straat. Het hoekdeel nr. 12 bestaat uit een kel der, een begane grond, een verdieping en een zolderverdieping. Huisnummer 14 bestaat sinds de verbouwing van 1982 uit een kelder, een begane grond, een verdieping, een zol derverdieping, een tweede zolderverdieping met dakterras en een vlieringzoldertje. Niet bezocht zijn de eerste verdieping van nr. 14 en de verblijfsruimtes van de begane grond en de verdieping van nr. 12. Tot de middeleeuwse hoofdopzet van het huis behoren de kelder, de begane grond, mogelijk een verdwenen insteek en een zol derverdieping. Een volwaardige verdieping had het pand dus oorspronkelijk niet. Vermoedelijk in 1835 is de huidige eerste verdieping van nr. 14 aangebracht, en niet veel eerder ook in het hoekpand. In nr. 14 is een jaartalsteen aanwezig van J. Busser 1835, wat de bouwhistorische datering van de huidige gevels (deuren, kozijnen) aan de Waterstraat in de eerste helft van de 19e eeuw scherp stelt. In nr. 12 is waarschijnlijk tussen 1825 en 1832 een verdieping aange bracht. In 1825 kocht Johannus Jacobus Weevers een schuur met kelder, en in 1832 blijkt hij volgens het kadaster eigenaar van een woonhuis te zijn. Bij het verbouwen van een schuur tot woonhuis past de realisatie van een woonverdieping. Dat bij de realisa tie van een woonverdieping een aanpassing van de gevelindeling noodzakelijk is, is evi dent. Buurman Busser is hem daarna ge volgd in de verbouwing en vernieuwing van de gevel. Het aanbrengen van de verdieping betekende het opheffen van een mogelijk aanwezige insteekverdieping en het verhogen van de zoldervloer om dan voldoende hoogte te krijgen. De borstwering op zolder werd eveneens opgehoogd, waartoe alle daksporen iets werden ingekort en op een nieuwe ver hoogde muurplaat werden geplaatst. Door nieuwe daksporen op de oude sporen naar de verhoogde borstwering aan te brengen, ont stond de kenmerkende knik in het dakvlak. Ook in het interieur, met name in nr. 12, zijn nog veel interieurelementen uit de 19e eeuw aanwezig zoals de betimmeringen, de kelder trap, diverse inbouwkasten, de trap naar bo ven, de deuren naar de woonruimtes op de begane grond en verdieping. DE KELDER De kelder onder nr. 12 is onregelmatig van vorm en heeft een tongewelf parallel aan de Waterstraat (zie figuur 3). Het hoofdbe standdeel wordt gevormd door een tonge- welfde ruimte die enkele meters van de Waterstraat af ligt. Een deel van het gewelf is langer en platter, en reikt tot aan de straat. Aan de straat sluit deze ruimte aan op een eveneens tongewelfde smalle korte ruimte aan de Waterstraat. De tongewelven staan dus haaks op de Kuiperstraat. Door de gepleisterde toestand is het lastig om bouwsporen te lezen. In de muur (onderzij de gewelf) tussen de hoofdruimte en de pa rallelle ruimte is een ontlastingsboog te zien van kloostermoppen. Op de hoek van de Waterstraat-Kuiperstraat is het pand niet onderkelderd of er is een keiderdeel dicht gegooid. Aan de Kuiperstraatzijde is een kelderingang vanaf de straat aanwezig. Aan de Waterstraat is ook een dergelijke ingang geweest. De huidige ingang is inpandig in de trapkast onder de trap naar de verdie ping. ZUTPHEN

Periodiekenviewer van Erfgoedcentrum Zutphen

Zutphen (vanaf 1982) | 2006 | | pagina 12