te lopen tot zo'n 320 leden. De oorzaak
daarvan was gelegen in het feit dat in een
meerderheid van het toenmalige bestuur de
mening had postgevat dat de artikelen in
het blad "Zutphen" en de lezingen van een
wetenschappelijk niveau moesten zijn. Dat
maakte dat veel leden zich niet meer thuis
voelden bij onze vereniging. Zij wilden iets
over oud-Zutphen horen, over grootmoe
ders tijd bijvoorbeeld, en zij waren hoege
naamd niet geïnteresseerd in verhandelin
gen over hongersnoden in de middeleeu
wen of broodprijzen omstreeks het jaar
1500, om maar iets te noemen. De lezin
gen werden dan ook slecht bezocht. Een to
taal aantal van 30 toehoorders was heel ge
woon. Het gevolg was dat "Zutphenezen"
en echte Zutphenaren als lid bedankten.
Dat deed ook de vice-voorzitter, zij het niet
van harte. Vanzelfsprekend waren niet alle
lezingen saai en oninteressant, er werden
heus ook wel onderwerpen behandeld die
de moeite waard waren. Om daarvan een
paar te noemen: De restauratie van paleis 't
Loo; De Lutheranen in Zutphen; Pater Jan
Brugman in Zutphen en Sir Philip Sidney.
Een groot succes was verder de dia- en
filmavond, georganiseerd in samenwerking
met het comité "Herdenking Bevrijding
Zutphen 1945-1985", die wegens de over
grote belangstelling zelfs herhaald moest
worden.
Het heeft lang geduurd vóór het ledental
weer enigszins op peil kwam. Als één van de
oorzaken van de trage ledenvermeerdering
werd onder meer de concurrentie van de
stichting "Het Wijnhuisfonds" en de vereni
ging "Vrienden van het Museum" genoemd,
die beide ook lezingen en excursies organi
seerden. In 1996 had de vereniging zo'n 360
leden en de laatste jaren laten een gestage
groei zien. De vereniging heeft nu dus kenne
lijk haar plaats in de Zutphense gemeen
schap gevonden. Hopelijk blijft dat zo.
Michel Groothedde
In maart 2003 bezochten de leden van de Werkgroep Bouwhistorie van onze vereniging het
pand Waterstraat 12-14, gelegen op de hoek van de Kuiperstraat.1 De steile hoge kap was
menig bouwhistorisch werkgroeplid al opgevallen en de ervaring leert dat dergelijke kappen
doorgaans middeleeuws zijn. Bovendien kon werkgroeplid Constant Willems zich herinne
ren dat hij als bouwkundig tekenaar het huisdeel 14 in 1980 had opgemeten in verband met
een grote verbouwing die uiteindelijk in 1982 plaats vond. Uit die bouwtekening bleek dat
er een sporenkap met langsondersteuning op het pand aanwezig was. Dit soort constructies
komen in Zutphen vooral in de eerste helft van de 14e eeuw voor. Reden dus om dit pand
en het hoekpand ernaast te bezoeken.2 Dit bezoek leidde tot een spectaculaire ontdekking,
de zoveelste in het twaalfjarige bestaan van de werkgroep.
Waterstraat 12-14 kreeg het werknummer WBHZ 128. Onder dat nummer is alle documentatie in
het werkgroeparchief in het Stads- en Streekarchief Zutphen terug te vinden.
2 Het pand is ook in de jaren tachtig van de afgelopen eeuw door bouwhistoricus D.J. de Vries van de
Rijksdienst voor de Monumentenzorg bezocht. Hij was op de hoogte van het bestaan van de kap
constructie maar de documentatieschetsen van een stagiair bleken dermate slecht dat de kap niet is
uitgetekend en gepubliceerd.
ZUTPHEN
Bijzondere teimerken in het pand
Waterstraat 12-14 te Zutphen