Joep Delnoij In het najaar van 2004 is een windmolen, behorend tot het industrieel erfgoed van het be gin van de twintigste eeuw, uit de Stokebrandsweerd in de uiterwaarden van de IJssel ver wijderd. Het is echter de bedoeling dat deze molen - na restauratie - binnenkort weer op zijn oorspronkelijke plek zal worden teruggeplaatst. Welke functie had die molen en wie heeft indertijd voor de plaatsing ervan gezorgd? IN HET ARCHIEF VAN HET OUDE EN NIEUWE GASTHUIS IS DE GESCHIEDENIS BEWAARD Een aantal belanghebbenden nam in de herfst van 1926 het initiatief tot een plan voor een geregelde bemaling van de Stoke brandsweerd. Door bemaling zou onder meer de hooiopbrengst van de weilanden kunnen worden vergroot, een voordeel dat alleen al voor het weiland van de gemeente op fl. 700,00 per jaar werd geraamd. Bij het ordenen van het archief van het Oude en Nieuwe Gasthuis (Archief nr.110, periode 1842-1970) kwam een dossier aan het licht dat over dit bemalingsplan nadere bijzon derheden verschaft.1 De documenten in dit dossier markeren de verschillende stappen in de voorbereiding en ontwikkeling van het bemalingsplan. Ze geven daarmee een duidelijk inzicht hoe dit plan uiteindelijk tot uitvoering is gekomen. De documenten geven ook een beeld hoe het gebied er aan het begin van de twintigste eeuw heeft uitgezien. Nu herinrichting van de Stokebrandsweerd wordt voorbereid, met als doel om bepaalde kenmerken en natuurwaarden uit het verle den te herstellen, kan de geschiedenis van het bemalingsplan licht werpen op de situa tie van rond 1927. WIE WAREN BIJ HET BEMALINGSPLAN BETROKKEN? De weilanden in de Stokebrandsweerd die moesten worden bemalen, waren eigendom van de gemeente Zutphen2 van L.Koppel Jzn., H.O.Wijers 3, G.Kets4 en van het Oude en Nieuwe Gasthuis5. De percelen van de laatstgenoemde vier eigenaren lagen in die tijd binnen de gemeente Warnsveld. Omdat de windmolen net aan de Zutphense kant van de grens met de gemeente Warns veld zou worden geplaatst, heeft de Ge meente Zutphen op zich genomen een be malingsplan te maken. Bij de gemeente werd E.Enserink, hoofdopzichter landerijen, daarmee belast. Enserink moest ook een kos- tenbegroting en een voorstel voor een ver deelsleutel van de kosten over de belang hebbenden opstellen. Het ONG zou voor de administratieve regelingen, verbonden aan de bouw zorgen. 1 Stads-en Streekarchief Zutphen, Archiefnr. 110, voorl. inv.nr. A25 2 Genoemd "de Rijswaard op Helbergen" 3 De grootvader van de huidige bewoner van Huize Stokebrand, Bronsbergen nr. 2 4 Landbouwer Kets woonde naar eigen zeggen op de Baronsbergen, op het huidige adres Bronsbergen nr. 4 5 In de stukken van het ONG wordt het weiland van het ONG "Rammelweide"genoemd ZUTPHEN Het betnalirtgsplart van de Stokebrandsweerd van 1927

Periodiekenviewer van Erfgoedcentrum Zutphen

Zutphen (vanaf 1982) | 2006 | | pagina 20