I
In zijn streven naar transparantie heeft Schelling zelfs voor een 'doorzichtige' stationsklok gekozen
(foto W.P. Zeijlemaker)
houdenswaardig gebouw'.11 Het station
wordt beschouwd 'als goed en gaaf voor
beeld van de naoorlogse stationsbouw en ar
ch itectuuropvattingen van ir. H.G.J. Schel
ling binnen het oeuvre van deze spoorweg
architect'. Daarnaast heeft het station een
stedenbouwkundige en ensemblewaarde
'vanwege de ligging van het gebouw aan het
speciaal ervoor ontworpen en aangelegde
stationsplein en de combinatie van het ge
bouw met de bijbehorende hoge perrons en
het seinhuis.' Ook de nieuwe perronkap op
het eilandperron doet geen afbreuk aan de
kwaliteit van het oorspronkelijke ontwerp.
Overigens heeft het begrip 'behoudenswaar-
dig' geen juridische status. Het station van
Zutphen is een van de 25 (van de 73) spoor
wegstations uit de wederopbouwperiode die
behoudenswaardig zijn bevonden, en op
grond daarvan op een pre-selectielijst zijn
gezet. Een definitieve keuze wordt pas ge
maakt na vervolgonderzoek.
Literatuur
- C. Bouma, Stationsarchitectuur in Nederland
1938-1998. Zutphen 1998.
- Victor M. Lansink, Spoorwegstations in Ne
derland 1955-1980 - Variatie in Standaardisa
tie, doctoraalscriptie kunstgeschiedenis, Uni
versiteit Utrecht 1998 (internetversie 2003:
http://www.lansink.tomaatnet.nl
- Victor M. Lansink, Spoorwegstations. Catego
riaal onderzoek wederopbouw 1940-1965.
Zeist 2004.
- Wilfred van Leeuwen H. Romers, Een spoor
van verbeelding - 150 jaar monumentale
kunst en decoratie aan Nederlandse stations
gebouwen. Zutphen 1988.
- L.W. Lensen en W.H. Heitling, Geschiedenis
van Zutphen (hoofdstuk 8 'Zutphen na de Eer
ste Wereldoorlog'). Zutphen 2003.
- H. Romers, De spoorwegarchitectuur in Ne
derland 1841-1938. Zutphen 1981.
11 Lansink, 2004.
ZUTPHEN
47
7