3U
Hef station is af. De bus is (naar alle waarschijnlijkheid) een Crossleywaarvan er maar liefst 925 voor de
NS gebouwd zijn. De eerste gingen in 1947 rijden; de laatste werd in 1965 afgevoerd.
heeft om op bizarre wijze de blik te vangen niveau voorgesteld: de trein als plaats van
- aan te brengen. Dit is ook de reden, waar- ontmoetingen en menselijke interactie/7
om ik in dergelijke ontvangstruimten iedere
specifieke "versiering" zou willen vermijden. VISUELE RELATIE
Ook in het uitwendige van het gebouw moe- Het is duidelijk dat het station van Zutphen
ten vooral soberheid en ingetogenheid blij- SchelIings opvattingen sterk representeert,
ken. Ik heb getracht - volgens bovenge- maar het wijkt in een aantal opzichten toch
noemde uitgangspunten - aan de mij toever- af van zijn andere ontwerpen uit die tijd:
trouwde stations een eigen vorm en uitdruk- 'Verdwenen zijn de gecanneleerde zuilen, de
king te geven gebaseerd op eenvoud, waar- claustrawanden en de opengewerkte toren;
heid, zuiverheid en harmonie/6 gebleven is de zuilenrij maar ditmaal in zo'n
ranke en merkwaardig geproportioneerde uit-
In dit kader zijn de betonnen reliëfs aan voering dat iedere klassieke verhouding ver te
weerszijden van de entree opmerkelijk. Ze zoeken is. Opvallend, behalve de symmetrie,
zijn ontworpen door Ben Guntenaar (1922). is ook de opbouw van het entreegebouw met
Het reliëf links is de 'neerslag van de op de een centrale hal in de as, geflankeerd door
reis ontvangen indrukken in het leven van een gesloten "zijbeuk" ter weerszijden. In
de reiziger'. Het reliëf rechts verbeeldt 'weg- contrast met die gesloten zijwanden, uitge
gaan' en 'omzien'. 'Zowel in de thematiek voerd in gezandstraalde prefab betonplaten,
als in de spichtig-expressieve, druipsteen- is de voorgevel van de hal geheel van glas als
achtige vormen waren deze reliëfs verfris- een "venster op de stad". Die verbeterde vi-
send nieuw. Hier is weinig meer te bespeu- suele relatie tussen stad en spoor is in latere
ren van de vaak wat overdreven zelfverheer-
ijking van de spoorwegen. Het rail vervoer
wordt op een meer menselijk en alledaags
6 Ibidem.
7 Leeuwen, 1988.
ZUTPHEN
45
r
tSHctw ra