hoofdstukomschre- natuursteen gebruikelijke aansluiting van
ven vensters naar stijlen op de dorpels. Zie hiervoor fig. 13.
binnen draaibare Vanaf ca 1660 begon men logischer hout
houten ramen voor. verbindingen te bedenken, zoals die heden
Deze ramen zijn ten dage nog worden toegepast, zie fig. 14.
dan, net als de bo- Bij fig. 13 is te zien dat bij de onderdorpel
venste openingen (ook bij de bovendorpel) het luikprofiel op
voorzien van glas- het einde gestopt is. Men kon dus niet met
in-lood. Op deze een schaaf het profiel tot het einde door
Venster. Drogenapsteeg wijze kon dan ook wegschaven, wat natuurlijk eenvoudiger is
door de onderste voor een timmerman. In de moderne con-
vakken licht verkregen worden in de koude- structie (fig. 14) kon dit wel.
re maanden van het jaar, terwijl uit oogpunt Het is merkwaardig dat er in Zutphen haast
van bescherming de nog steeds aanwezige geen houten kruiskozijnen zijn te vinden. In
uiken konden worden gesloten.
DE PERIODE VAN KRUISKOZIJNEN,
KLOOSTERKOZIJNEN EN BOLKOZIJNEN
Vanaf ca 1550 tot 1700 in de IJsselstreek
andere steden komen ze veel voor. Houten
kruiskozijnen zijn kwetsbare constructies,
ongetwijfeld is dat een van de redenen dat
er niet zoveel meer bestaan. Ze werden al
tijd in het vlak van de gevel gemetseld (net
zoals bij natuurstenen onderdelen) en niet
n het westen van ons land komen deze vor- enigszins terugliggend, zoals nu nog steeds
men zeer sporadisch al eerder voor vanaf ca wordt gedaan. Daardoor kon vocht makke-
1400. lijker in de constructie dringen, wat houtrot
Het gaat hier om houten kozijnen, meestal en verval ten gevolge had.
van eikenhout, die in de bovenste openin- Een fraai voorbeeld met kruiskozijnen, even
gen voorzien zijn van glas-in-lood, terwijl wel niet in Zutphen, is het paleis Noordein-
we in de onderste openingen draaibare ra- de in Den Haag.
men vinden, eveneens voorzien van glas-in-
lood (zie fig. 12). De stijlen van de bovenste DE SCHUIFRAMEN IN NEDERLAND
vakken en de bovendorpel zijn aan de bin- Vanaf ca 1785 tot 1925
nenzijde vanaf ca 1600 vaak fraai geprofi
leerd uitgevoerd. Ook bevonden zich soms De benaming "raam" is strikt genomen niet
opklapbare binnenluiken in de bovenste helemaal juist. Eigenlijk gaat het hier om ko-
vakken (zie fig. 15).
zijnen die voorzien zijn van schuiframen.
Vanaf ca 1650 wordt het glas-in-lood, bij de De term schuifraam is echter zo ingeburgerd
kozijnen, langzamerhand vervangen door dat het niet zinvol is om telkens het woord
glas gevat in houten roeden. Vaak zijn in de kozijn er in te betrekken,
beginperiode de houten roeden direct beves- 'De uitvinding van het schuifraam is zeer be-
tigd in de stijlen, de bovendorpel en het kalf langrijk geweest. Het betekende een grote
van de bovenste openingen. De onderste stap vooruit in het streven om gebouwen
openingen hebben dan houten draairamen comfortabeler te maken. Ze waren minder
voorzien van glas in houten roeden. Het zijn tochtgevoelig dan de eerder beschreven
dan zeer kleine ruiten omdat de glasfabrica- lichtopeningen en ook de lichtopbrengst was
ge nog niet in staat was om grotere opper- vele malen groter (nu vinden we een schuif-
vlakten te maken (zie fig. 16).
raam weer veel tochtgevoeliger dan moder-
Timmerlieden volgden nog lange tijd de in nere kozijnen, vandaar dat ze ook niet meer
ZUTPHEN
6