gemaakt worden). De uitvinding moet wor- den bij schuiframen en later ook bij moder- den toegeschreven aan de Engelse wiskundi- nere kozijnen. De negge zorgt er tevens voor ge en architect Christopher Wrenn (1632- dat regenwater dat van de gevel afloopt niet 1723). Vermoedelijk werd rond 1660 in En- direct kan binnendringen in het kozijnhout. geland het eerste schuifraam geconstrueerd. Bij kruiskozijnen was deze negge niet aan- Rond 1685 is het schuifraam in Nederland wezig, omdat men nog vasthield aan de ge- voor het eerst toegepast bij de bouw van het woonten van inmetselen van natuurstenen slot Zeist. Spoedig daarna volgde de bouw en bakstenen onderdelen. De voorkant van van andere paleisachtige gebouwen die alle een houten kruiskozijn staat dus van oor- werden uitgerust met deze nieuwe vondst. sprong altijd gelijk met de voorkant van de In de omgeving van Zutphen zijn dit huize gevel, de Voorst (1692) en 't Velde bij Warnsveld Schuifraam De Munt In de ontwikkeling van de schuiframen is duidelijk de voortgang in de glasfabricage terug te vinden. Vooral na 1 770 worden de asoppervlakten groter. In de negen tiende eeuw ko men er daardoor (1687). Bij het laatste gebouw zijn de vroege schuiframen zeer goed te herkennen aan de nog steeds aanwezige kleine ruitjes. In de gewonere stadshuizen werden de schuiframen in het westen van ons land sinds ca 1710 toegepast, in het oosten was dit pas na ca 1720. Veelal betrof het dan nieuwbouw, de vervanging van bestaande oudere vensters voltrok zich vaak veel later, n sommige gevallen gebeurde dat nooit. Meteen al bij het begin werden de schuifra men, zie fig. 18, voorzien van aan de bin- schuiframen die in grootte en ruitverdeling nenzijde bevestigde vouwblinden (fig. 19), sterk afwijken van hun voorgangers. Bij fig. die 's avonds konden worden gesloten. Blijk- 20 is dit te zien. Hier zijn nieuwe ramen ge baar kon men de veilige gewoonte om iets tekend in het kozijn van fig.18. Vaak bleven af te sluiten door luiken niet goed loslaten. de oude binnenblinden dan nog wel ge- De vouwblinden volgden in horizontale ver- handhaafd, maar de plaatsen van de klam- deling van de klampen zoveel mogelijk de pen klopten dan natuurlijk niet meer met de horizontale verdeling van de glasroeden in vroegere glasroeden, zoals bij fig. 18 en 19 de ramen. te zien is. Het is door deze afwijking dat te n de regel werd-het aantal ruiten, per raam, genwoordig geconstateerd kan worden dat in de breedte steeds op 3, 5 of 7 gesteld. We er nieuwere ramen (met andere roedeverde- vinden dit telkens terug, vooral bij de grotere lingen) in oudere kozijnen zijn geplaatst, gebouwen. In Groningen bleef men lang Het werd tevens gebruikelijk om zogenaam- vasthouden aan zeer hoge smalle ramen van de "zesruiters" toe te passen; het schuivende 3 ruiten breed. deel had dan vier ruiten, het bovenste maar Omdat de achterkant van het kozijn, waarin twee, zie fig. 23. het schuifraam werd gemaakt, gelijk moest In fig. 21 en 22 is te zien hoe de kozijnen aan staan met de achterkant van de gevel, van- sluiten bij het metselwerk van de voorgevël. wege aansluitende betimmeringen en beleg- In Frankrijk ontstond in het begin van de ne stukken, ontstond er een verspringing van gentiende eeuw de Empire stijl. Daarbij het kozijn met de voorkant van de gevel. We hoorde een nieuw raamtype; het kozijn met noemen deze terugsprong de "negge". Het "stolpende" draairamen. Zie het detail nr. 24 zou een niet meer weg te denken detail wor- van de middenstijlen. Dit had tot gevolg dat 9 ZUTPHEN

Periodiekenviewer van Erfgoedcentrum Zutphen

Zutphen (vanaf 1982) | 2006 | | pagina 10