101
moeienissen van Dr. Sudermann toch het
recht om haar smakelijke product in de
Scheldestad te mogen slijten.35
n het roerige tijdvak van 1539-1567, als
de voortekenen van de Nederlandse Op
stand al zichtbaar beginnen te worden,
zijn er toch nog 13 kwartiersvergaderin
gen gehouden. Alleen in de jaren 1566
en 1567 hebben de Gelderse steden zich
laten verontschuldigen voor hun afwe
zigheid. Men was het niet niet eens met
voorstellen om een zogeheten "Türcken-
steuer" in te voeren om daarvan troepen
te betalen tegen de vanuit Zuid-Europa
opdringende Turkse legers. In 1566 wa
ren er immers in de eigen Nederlanden
onlusten ontstaan, die een Beeldenstorm
teweeg hadden gebracht. Bovendien was
de handel naar de Oostzee door een
blokkade van de Sont stil komen te lig
gen, waardoor de graanimport stagneer
de. Twee jaren daarvoor waren er ook
nog eens heel slechte oogsten en strenge
winters geweest, die die graanvoorraad
hadden doen slinken. De onwil om aan
deTürckensteuer mee te betalen is, gelet
op deze situatie dus alleszins begrijpelijk.
Zutphen schreef op 13 november 1567
aan Keulen dat zij in deze onrustige tij
den niet zonder toestemming van haar
burgers de overeenkomst kon tekenen
waardoor de bouw van het Hanzehuis te
Antwerpen kon worden gewaarborgd. 36
De Beeldenstorm was immers in Antwer
pen begonnen. Desondanks vorderde de
bouw van het nieuwe kantoor gestaag.
De troebelen hebben niet kunnen ver
hinderen dat het gebouw in 1568 werd
opgeleverd. De Hanzeaten konden hun
handel en wandel voortzetten.
TENSLOTTE
De activiteiten van de Gelderse steden in
de zestiende eeuw binnen het Hanzever
bond zijn tot nu toe onvoldoend belicht.
Er is nog voldoende archiefmateriaal voor
handen dat een beter licht hierop kan
werpen. Wellicht dat het Metamorfoze-
project, dat op initiatief van Koninklijke
Bibliotheek plaats vindt en waarin het
archief van Zutphen participeert, daaraan
een bijdrage kan leveren.
35 Idem nr. 29 dd 01-10-1558 pp 12-13 voetnoot 2.
36 Hapke, Urkunden, Dl. II nr. 548 en nr. 472. OAZ inv.nr. 1820.
"Het Europa van nu verschilt wezenlijk van dat uit de Middeleeuwse Hanzetijd. De succesfactor
van de Hanzehandel was zonder twijfel de grote samenwerkingsbereidheid van alle betrokken
partijen. De Hanze was georganiseerd in de vorm van netwerken: zowel in den vreemde als op
de thuisbasis werkten kooplieden nauw samen met collega-ondernemers en stadsbestuurders. De
filosofie van de Hanze was dat lokale samenwerking noodzakelijk was om in het buitenland sterk
te staan. Nu Oost-Europa weer beter toegankelijk iszijn ook in Nederland talloze partijen bezig
met het leggen van contacten en het organiseren van handelsmissiesmaar zonder enige vorm van
afstemming op elkaar. Daarbij maakt men geen gebruik van de reeds bestaande banden (jumela-
ges: stedenbanden Zutphen en Deventer met de Hanzesteden in de Baltische Staten). Handels
bevordering en internationalisering is zulk leuk werk dat iedereen het zelf wil doen. Wanneer we
eens de krachten gaan bundelen en de activiteiten op elkaar afstemmendan kan het Oost-Neder
landse Hanzeverleden weer krachtig gaan herleven".
Hospers, G.J., Op naar Oost-Europa Hoe het Oost-Nederlandse Hanzeverleden kan herleven,
Enschede 2004 p. 16.
Errata en aanvullingen
De schrijvers van het artikel over wasserij Lenderink in Zutphen 2005-2 willen graag
een bron toevoegen aan dit artikel: Cultuurhistorie en beleidsaanbevelingen voorma
lige bleekerij Lenderink, Gelders Genootschap