bevestigde en eerbiedigde de handelspri vileges van de Gelderse Hanzesteden.26 Dat is des te meer opmerkelijk omdat de keizer in hetzelfde jaar immers voor Hol land de vrije vaart door de Sont wist te verkrijgen. Hoe dan ook, de Gelderse ste den bezochten vaker dan vóór 1543 de kwartiervergaderingen. Op de dagvaart te Wesel in 1564, zoals hiervoor reeds aan gehaald, waren aanwezig als afgevaar digden van Nijmegen aanwezig de beide burgemeesters, Willem van Hueckelum en Garrit van Tryst, alsmede de stadsse cretaris Johan then Have. Zutphen zond als afgevaardigden burgemeester Henrick vander Capellen, de raadsheer Jacob SI in dewater en de stadssecretaris Jacob van Essen. We moeten ervan uitgaan dat deze afgevaardigden uit de stedelijke magistra ten veelal tot de koopmansstand behoor den. De leden van de Nijmeegse familie van Tryst waren lakenkopers en leden van de Hanze. Nader onderzoek naar deze Hanzefamilies zou wel eens een ander beeld kunnen opleveren van de stedelijke regeringen en daarmee over de laat-mid- deleeuwse samenlevingen. HET PLAN VAN HEiNRSCH SUDERMANN TOT HERSTEL VAN DE HANZE De lakenhandel met Engeland verliep in de eerste helft van de zestiende eeuw in een stijgende lijn. Aan de hand van ex portcijfers, die in de tolboeken 'Tonnage and pounding" van Londen te vinden zijn, is dat na te gaan. Dit, ondanks de pogingen van Engelse zijde, met name van de "Merchant Ventures" om de Han- zeatische handel te laten krimpen. De spanningen kwamen voort uit de gunstige tolvoorwaarden, waarvan de Hanze se dert 1354 gebruik maakte. Talloze klach ten van de Stalhofkooplieden werden aan hun respectievelijke Hanzesteden gemeld en om hulp en bijstand werd gevraagd. Ook kwamen er spanningen voort uit het feit, dat er in 1545 in Hanzesteden personen werden gesignaleerd, die zich voor Hanzekooplieden uitgaven en die geldelijke transacties ondernamen die op bedrog berustten. Via een edict riepen de Wendische steden (Lübeck, Riga enz,) de andere Hanzesteden op om deze zoge noemde "bankrotteuren" uit hun steden en kantoren te zetten: dergelijke praktij ken hadden zich niet eerder voorgedaan. Het tastte de goede naam van de Han zesteden aan. Arnhem zond een afschrift van dit edict aan Harderwijk. Daarin staat de opmerking te lezen dat: "omb sulcke drogerie, argelist ind boesesunde, welcke gereden, geloven dairop den gemeinen koepmans erliche handell ind wandell in rechte gegrondt ende sus aller eerbaer- heit ontgaen... parafraserend: dat zulk bedrog, list en boze zonde de gemene koopman van eerlijke handel en wandel te gronde richt en zijn eerbaarheid aan tast !'21 Met andere woorden de Hanze- handel, die tot nu toe een goede naam had hoog te houden, werd hiermee door het slijk gehaald. In 1551 bereikten de moeilijkheden een hoogtepunt. De situatie werd acuut precair toen in dat jaar in Londen de Hanzevertegenwoordiger van de firma Adrian en Michael Koseler uit Danzig stierf. Deze firma had uitgebreide filialen in Dorpat (=Tartu), Reval Tallin), Riga, Danzig, Amsterdam, Antwerpen, Londen en Lissabon. Toen men de boekhouding van deze vertegenwoordiger in het Han- zekantoor te Londen controleerde, bleken er malversaties te zijn gepleegd. Met medeweten van zijn chefs had de verte genwoordiger koopwaar van niet Hanze- atische kooplieden onder de naam van de firma als Hanzewaren naar Londen gebracht. De firma probeerde de zaak in de doofpot te stoppen, maar er bleek een lek te zijn in de Stalhofgemeenschap en zo kwam de zaak naar buiten. De "Merchants Ventures", de eerder ge- 26 Keverling Buisman, F., 'Het Tractaat van Venlo van 12 september 1543. De Tekst' in: Verdrag en Tractaat van Venlo Herdenkingsbundel, 1543-1993, Hilversum 1993 p. 259 en 274. 27 Oud-archief Harderwijk inv.nr. 1126 brief van 22 mei 1545. Hapke, R., Niederlandische Ak ten und Urkunden, dl.l nr.494

Periodiekenviewer van Erfgoedcentrum Zutphen

Zutphen (vanaf 1982) | 2005 | | pagina 17