kosten bijdragen bij verlies van schepen en goederen.22 We kenden al de koop man-koning Willem I (1815-1830), nu blijkt dat we in Gelderland een koopman hertog hebben gehad als partner-reder. SLUITING SONT Ook Lübeck, als hoofd van de Hanze- handel, mengde zich in de handelscon flicten: het gevaar voor een sluiting van de Sont en een blokkade van oorlogs schepen was nabij. Amsterdam schreef aan de landvoogdes, dat Lübeck zelfs een legertje landsknechten naar Holland had gestuurd. Zij waren uit Deventer naar Harderwijk gekomen en probeerden Amsterdamse schepen te onderscheppen en in brand te steken.23 Opnieuw schreef Amsterdam aan de vorstin, dat 16 tot 18 schepen uit Lübeck op zee voor het Marsdiep waren gesignaleerd, die een aanval op Holland voorbereidden. Het Brugse Hanzekantoor kreeg onmiddellijk de weerslag van de oorlogsdreigingen te verwerken. De keizer beval alle goederen van burgers en kooplieden uit Lübeck, die 'in de nacie van der Duitscher hanze gheprevilegiert in Brugghe" waren, in be slag te nemen. De ingrepen van Lübeck op Hollandse bodem kon echter niet de goedkeuring wegdragen van de meeste Oost-Neder landse Hanzeleden: zij zagen met lede ogen hun handel verlopen. In 1539 dreigde het Hanzeverbond zelfs uiteen te vallen. Door actief ingrijpen van de re- gentesse voor de Nederlanden Maria van Hongarije, werd de strijd in het voordeel van de Hollanders beslist.24 De oorlog van Karei V met Denemarken en Lübeck sleepte zich voort tot 1544. Bij het verdrag van Spiers in hetzelfde jaar werd tenslotte bepaald, dat de Hol landers een vrije doorvaart door de Sont verkregen. Zo eindigde de crisis, in ze kere zin een krachtproef tussen de Hanze en de Hollanders, met als overwinnaars de Hollandse kooplieden. De sleutels van de Sont lagen voortaan in Amsterdam.25. De Hollandse scheepvaart op de Oostzee ontwikkelde zich tot een intensieve han del, die men de "moedernegotie" is gaan noemen. In de historiografie gaat men ervan uit dat deze term uit die periode stamt. Vervolgens werd de benaming ge geven aan de handel van deVOC in het verre Oosten. (In werkelijkheid bestond de term al veel langer., de Hanzeaten noemden hun eigen handel op de Oost zee ook al "moedernegotie". HANDEL EN WANDEL KOOPLIEDEN n de tweede helft van de zestiende eeuw beleefde de Hanze een heropleving, zich manifesterend in serieuze en voor een deel ook met succes bekroonde pogingen om de samenhang van de gemeenschap te versterken. In 1543 werd Gelre na zeventig jaar strijd ten langen leste bij de Bourgon- disch/Habsburgse Nederlanden landen gevoegd. Na de onderwerping werd het Verdrag van Venlo gesloten en een Tractaat uitgevaardigd, waarvan de for mele bevestiging plaatsvondvond op 22 april 1544. In het Tractaat is een passage opgenomen waarin "sine majesteit die steden ende ondersaeten van die Duyt- sche Hanze (lees Gelderse steden) by hoere privilegiën laiten sail ende dairaff gebruicken sonder dat zie daerinne en- nichs by diesen tractaite verkort sullen werden". Met andere woorden de keizer 25 Hapke, R., Niederlandische Akten und Urkunden, erster Band:1531-1557, nr.54 RAG HA inv. nr. 147b; Nijhoff, I.A., Gedenkwaardigheden uit de geschiedenis van Gelderland, 's Graven- hage 1875, dl.VI-lll nr.1681. Hapke, R., Niederlandische Akten und Urkunden zur Geschichte der Hanse und zur Deut- schen Seegeschichte, München und Leipzig 1913, nr.82 missive van de eerste raadsheer As sendelft aan de heer van Hoogstraten 11 maart 1532. Schöffer, I., van der Wee, H., Bomewasser, J.A., De lage landen van 1500 tot 1780, Amster dam-Brussel 1985 p. 27-28. Dollinger, Ph., De Hanze, opkomst, bloei en ondergang van een handelsverbond, Utrecht- Antwerpen 1967, pp. 402-403. 22 23 24

Periodiekenviewer van Erfgoedcentrum Zutphen

Zutphen (vanaf 1982) | 2005 | | pagina 16