7 to Y borstbeeld H.N. de Fremery (1936, v.d. Kreek) in het Coois Lyceum aan de Vossiuslaan te Bus- sum (foto M.H. Voor hans) uitgegeven te worden'. Opvallend was de bijdrage van de in vrijzinnige kring in vloedrijke J. van Loenen Martinet, predi kant van de NPB te Bussum: 'Zie, zo zegt hij, bij ons in Bussum woont de heer De Fremery, een zeer trouw en ijverig lid van de Bond. Deze heeft zijn aanhang na tuurlijk. In één woord: als er een geschrift uitgegeven wordt tegen 't spiritisme, zou er een grote scheuring kunnen komen.14 Waarom moeten wij als Nederl. Protes tanten Bond aan spiritistische bestrijding meedoen? Waarom de krachten onder de spiritisten van ons afstoten? Wat heeft de Comm. er toe gebracht, zoo'n boek uit te geven? Dan moet er ook een boek vóór 't spiritisme verschijnen'. Het op vallende zit hier niet in het pleidooi ten gunste van objectiviteit jegens het spi ritisme, eerder treft de dreiging met een scheuring binnen de NPB, als spiritisten, maar waarschijnlijk ook de aanhangers van andere kleine godsdiensten, de Bond zullen verlaten. Dat geeft toch een genuanceerder beeld van de destijdse kwantiteit en invloed van de aanhangers van deze esoterische stromingen dan ge woonlijk wordt aangenomen. Van Loe- nens peroratie had ondertussen wel tot resultaat, dat de Commissie verklaarde, zich niet te zullen verzetten tegen de uitgave van een meer pro-spiritistisch boek. Een voorwaarde was wel, dat het de moeite waard moest zijn.15 Tijdens de vergadering nam mevrouw Beijnen zich voor, alles te doen om zo'n werk te laten verschijnen. Kort na de vergadering nam zij contact op met De Fremery met het verzoek, of hij dat boek zou willen schrijven, maar deze verklaarde, dat hij er geen behoefte aan had nog eens te herhalen wat hij a in andere had geschreven en dus ging mevrouw Beijnen zelf aan de slag.16 Begin juli 1918 was het manuscript gereed en legde zij het ter beoordeling voor aan De Fremery en dr. C. Hille Ris Lambers, modern-vrijzinnig predikant te Jorwerd (Fr.), maar ook iemand die een belangrijke rol in de spiritistische ver eniging fdarmonia vervulde en daar nog in 1938, als voorzitter, bij het vijftigjarig Die grote scheuring is er bij mijn weten niet gekomen. Mevrouw A.R. Klokke-Zelders, biblio thecaris NPB was zo vriendelijk mij de volgende cijfers te verschaffen over de ledenaantallen van de NPB: 1915: 21.885; 191 6: 20951191 7: 21023. H.U. Meijboom geeft in zijn her denkingsrede De Nederlandsche Protestantenbond van 1870 tot 1920, Groningen 1921, op bladzijde 17 enigszins afwijkende getallen: 1915: 21.885; 1916: 21.524; 1917: 21096, maar noteert voor het jaar 1920 een toename tot 21.838. Informatie bij de afd. Bussum van de NPB leerde, dat er over die jaren geen dramatische teruggang van het ledental bekend is. Handelingen NPB 1916, 37-42. De Fremery had toen al bij Van Dishoeck in Bussum een zevental boeken en brochures ge publiceerd, waaronder: Een spiritistische levensbeschouwing, 1907 (384 blz); Mijn ervaringen in een Haagschen spiritistenkring, 1908 (149 blz.); Nieuwe handleiding tot de kennis van het spiritisme, 1913 (450 blz.) 14 15 16

Periodiekenviewer van Erfgoedcentrum Zutphen

Zutphen (vanaf 1982) | 2005 | | pagina 9