62 zij De Fremery, dat Sidneys geest via een 'tikkende tafel' heeft gespeld aan Neder land gebonden te zijn vanwege een door hem begane misdaad. Om deze mededeling te verifiëren scha kelde mevrouw Beijnen vervolgens een Engels medium in, een zekere Joan Ab- bay uit Earl Soham bij Londen, die bij haar had gelogeerd en wier informatie er op wijst, dat teTholen meer informatie over deze zaak is te verkrijgen. Zij raakt er van overtuigd, dat zij echt met de geest van Sir Philip Sidney te maken heeft en ze zal zich inzetten om, op verzoek van Sidney, de door hem begane misdaad zoveel mogelijk te vereffenen, (brief 7 en 8, Brummen, resp. 19 december en 22 december). De contacten tussen de geest van Sidney en mevrouw Beijnen moeten in die tijd intensief zijn geweest, want eind december ontving De Fremery een brief, waarin de misdaad van Sidney werd beschreven: hij had een man, John Manton, gedood, omdat hij hem verdacht van verduistering van gelden die hij de man had toevertrouwd in de tijd, dat hij (Sidney) gouverneur van Vlissingen was. Naast Joan Abbay treedt vaak juffrouw E.A. Lagerwey uit Den Haag als medium op, meldt mevrouw Beijnen in haar elfde brief van 12 januari 1914; het is zaak zo goed mogelijk gebruik te maken van haar begaafdheden, want haar eigen ontwikkeling tot medium gaat maar zeer gestadig en bovendien heeft juffrouw Lagerwey de boodschap gekregen, dat ze binnen een jaar door een ongeluk zal sterven. Gelukkig voor deze dame blijkt ze in het begin van de jaren twintig nog springlevend, als medewerkster aan het boek van J.H. Sikemeier over Elise van Calcar.7 De zaken gaan nu snel. Het raadsel van Sidney's misdaad wordt gaandeweg min- PHILIPS SYDNEY, RIDDER Philip Sydney. Ridderoverste van Vlissingen en Rammekens der duister en mevrouw Beijnen ontwik kelt zich, ondanks tegenkanting van haar orthodoxe, maar ook van haar vrijzinnige kennissen, tot schrijvend medium, (brief 12 en 14, gedateerd 15 januari en 1 fe bruari 1914) Het troost echter, dat haar predikant - de doopsgezinde ds. Roelof Schuursma van Zutphen - de zaak van nabij wil onderzoeken.8 De vijftiende brief van 29 januari brengt dan het ver lossende bericht: Ze heeft voor het eerst succes als schrijvend medium en Sir Philip Sidney heeft zich 'direct' aan haar geopenbaard. In de volgende brief, 3 februari, geeft ze dan een overzicht van wat haar studie van diens leven en de seances hebben opgeleverd. Die brief aat ik hier in extenso volgen. 7 J.H. Sikemeier, Elise van Calcar-Schiotling. Haar leven en omgeving. Haar arbeid. Haar gees tesrichting. Haarlem 1921, 983. 8 De in 1870 geb. Schuursma werd op 11 september 1910 voorganger van de doopsgezinde gemeente van Zutphen. (vriendelijke mededeling van de heer B.A.A. Kuipers te Brummen). Het is mij onbekend of hij een bijzondere belangstelling voor het spirit(ual)isme koesterde. Dat was wel het geval met zijn voorganger S.D.A. Wartena over wie ik in Zutphen 18 (1999) n°3 een bijdrage schreef onderde titel: 'Ds. Wartena en het spiritisme'. OVERSTE VAN VLISS INGE EN RAMMEKENS

Periodiekenviewer van Erfgoedcentrum Zutphen

Zutphen (vanaf 1982) | 2005 | | pagina 6