visie op een ten onrechte verwaarloosd
geloofsgoed dacht te moeten geven en
die met kennis van zaken over het spiri
tisme schreef. Volgens de parapsycholoog
Tenhaeff behoorde zij tot de bekendere
spiritisten uit de eerste helft van de twin
tigste eeuw20 en de predikant M.C. van
Mourik Broekman (1878- 1945), sedert
1926 te Utrecht bijzonder hoogleraar in
de theologie vanwege het Haags genoot
schap, en ten diepste in het spiritisme
geïnteresseerd koos, later, in het conflict
met Eldering haar zijde.21
Zij behoorde op dit gebied niet tot de
eerste rang, maar deze kwalificatie wordt
hier niet in pejoratieve zin gebruikt. Zij
was een van de adepten, zonder wie
eminente spiritisten als Elise van Calcar,
Schimmei, Roorda van Eysinga en De
Fremery niet konden uitblinken. Haar
levensinstelling en strijd wordt mijns
inziens treffend verwoord in het hier vol
gende sonnet van de dichteres-spiritiste
J. van Rees-Van Nauta Lemke. Het is
veelzeggend, dat het werd gepubliceerd
in het weekblad van de Nederlandsche
Protestantenbond De Hervorming. In n°
45, gedateerd 6 November 1915 lezen
we:
Spiritualisme
een der vele wegen.
Waarom wil men ons het recht betwisten
Den weg te gaandie door den nacht
Door ongeloof en bangen twijfel
Ons tot gelooven heeft gebracht
Die ons terugvoert tot den Heiland
En aan de voeten van het Kruis;
Die óók een weg is één der velen
Die voeren naar het Vaderhuis.
Och laat toch iedereen gelooven
Wat rust hem geeft; tracht niet te doven
Het licht op andrer pad altijd.
En wij! - laat liefde ons leven wijden
Opdat we in zuivere banen leiden
't Geloofdat leeft voor de eeuwigheid.
20 Tenhaeff, Het Spiritisme, 44, 308 (noot 13).
21 M.C. van Mourik Broekman, Parapsychologie en onsterfelijkheid, 's-Gravenhage 1940, 192.