wordt hij genoemd als leidend kerk
voogd, een functie die hij tot zijn dood
in 1831 zal vervullen. Als zodanig botst
hij met de oude Willem baron van Heec-
keren van Keil, schrijft Kerst Zwart. De
baron had vanouds het recht op het op-
perkerkemeesterschap en eist dit weer
op, nu veel van de oude privileges wor
den hersteld. Sindsdien neemt hij niet
meer deel aan de vergaderingen van de
kerkvoogdij. Onder de Ruurlose bevol
king ontwikkelt hij zich tot een geziene
persoonlijkheid. Kerst Zwart verhaalt van
een ontmoeting met de oude boer op Kie-
vekamp omstreeks 1890, die dan nog vol
achting spreekt van 'Vader Wildrik'.
Zoals gezegd bestaat het gezin Wildrik
in de Ruurlose tijd uit acht kinderen, vier
dochters en vier zonen. Zijn oudste doch
ter Rudolphina Swanida ontpopt zich
als een niet onverdienstelijke schilderes
en van haar hand zijn een aantal schil
derijen bewaard gebleven met Ruurlose
taferelen uit de eerste helft van de negen
tiende eeuw. Dochter Petronella Johanna
leidt later een kostschool in Oosterbeek,
bijgestaan door genoemde Rudolphina
Swanida en een andere zuster Johanna
Anna Gerhardina. Van de laatste is in
het familiearchief van de Wildrik's een
dialoog bewaard gebleven uit 1833,
'Gesprek tussen een boer en boerin', in
het onversneden Ruurlose dialect van
die dagen. Onduidelijk is wie van de
kinderen er schuil gaat achter een andere
dialoog in de dialecttaal, 'Ruurloosch
Markepreutje', daterend uit 1837 en on
dertekend met D. Wildrik. Alle genoemde
drie dochters blijven ongehuwd, van een
vierde dochter Paulina is maar heel wei
nig bekend.
Van zijn zonen gaan Rudolph en Gerhar-
dus Hendricus Johannes Couleman (roep
naam Couleman) in het leger en zoeken
vervolgens hun heil in Nederlands Indië.
De eerste als korporaal, de tweede als
brigadier. Rudolph overlijdt daar al kort
na aankomst in maart 1829, Couleman
trouwt in 1873 in Batavia (al 58 jaar oud
dan) met ene H.J. Wigman. Een derde
zoon Petrus verongelukt volgens het
familiearchief in het najaar van 1831
in Demerari (het huidige Georgetown
in Guyana), nog maar vijftien jaar oud.
Onduidelijk is hoe en waarom hij daar
verzeild is geraakt. Van de vierde zoon,
Berend Cornelis, is alleen het huwelijk
metY. Plaatinus gevonden in het familie
archief, zonder dat daar overigens plaats
en jaartal bij worden vermeid.
In 1849 verlaat ook de weduwe van Be-
rent Wildrik de boerderij het Rijkenbarg
en vertrekt waarschijnlijk weer naar Zut-
phen of omgeving. Daarmee is de naam
Wildrik weer verdwenen uit de Ruurlose
gemeenschap. Anno 2002 is de naam
Wildrik zelfs volledig uitgestorven in ons
land. Alleen het graf van Berent Wildrik
heeft de tand des tijcis doorstaan en vormt
een laatste tastbare herinnering aan het
Ruurlose verleden van deze staatsman en
markeboer.
De informatie in dit artikel over Berent
Wildrik is afkomstig uit diverse bronnen.
- Een digitale expositie op het internet
over de periode 1 780-1820, een geza
menlijk initiatief van de gemeentear
chieven Zwolle, Deventer en Zutphen.
- Het boek 'Graafschapsche geschiede
nissen' van Kerst Zwart, met name het
hoofdstuk 'Staatsman en markeboer'
(met dank aan Wim Bluemers).
- Het boek 'Patriotten en bevrijders' van
Simon Schama.
- Het boek 'Geschiedenis der laatste
tweehonderdvijftig jaren' van P. Ver
gers (met dank aan Wim Bluemers).
- Het boek 'De Achterhoek, kris kras
langs Berkel en Slinge' van Willie H.
Heitling (met dank aan Wim Blue
mers).
- Het huisarchief van de familie Wildrik
in het gemeentearchief in Zutphen.
- 'De kadastrale Atlas 1832 van Ruur-
lo", een uitgave van de werkgroep
Kadastrale Atlas Gelderland.
- Gegevens uit het Hollandsch kadaster
van 1809-1811 (met dank aan Frits
Toevank)
- Voor de geschiedenis van boerderijen
en hun bewoners is geput uit de rijke
archieven van Frits Toevank.
O