51
Anthony J. Schut
Onderwijzer aan de Koningin Wilhelminaschool op de
Oude Wand te Zutphen in crisis en oorlogsjaren (1937-1 944)
In 1936 deed ik examen voor onderwijzer aan de Rijkskweekschool te Arnhem.
Het mondeling deden wij in groepen van zeven. Toen we binnen geroepen
werden voor de uitslagmochten we plaatsnemen tegenover de directeur en
zijn leraren. De directeur begon: "Jongelui, er zijn vandaag zeven werkloze on
derwijzers bijgekomen
Zo hoorden we dat we allemaal geslaagd
waren, maar ook dat we niet op een baan
hoefden te rekenen. Het was immers
de tijd van grote werkeloosheid. Ook
op het onderwijs werd aan alle kanten
bezuinigd. De leerlingenaantallen per
klas werden al maar groter, waardoor
er onderwijzers op wachtgeld kwamen.
Er werd bijvoorbeeld een vierde klas
opgesplitst. Een halve klas kwam in de
derde, de andere helft werd bij de vijfde
gevoegd. Daardoor stond er één onder
wijzer voor anderhalve klas... erg zwaar.
Gemeenten en schoolbesturen zochten
naar een oplossing en vonden die in het
aanstellen van een kwekeling met akte.
Dat was een volledig bevoegd werkloos
onderwijzer die voor genoemde vierde
klas werd gezet. Zo voorkwam men op
splitsing. Maar de kwekeling met akte
kreeg geen volledig salaris; een schamele
beloning was zijn deel.
Ik had het geluk in 1937 benoemd te
worden als kwekeling met akte aan de
Koningin Wilhelminaschool op de Oude
Wand (een christelijke school met als
hoofd de heer J. de Zeeuw), tegen een
beloning van 35 gulden per maand.
Toch kreeg ik meer: in de school huisden
zowel lageronderwijs als mulo (de tegen
woordige mavo). De "echte" onderwij
zers gaven per maand één gulden voor
VOJO (voor onze jonge onderwijzer). Als
meneer de Zeeuw mij aan het eind van
de maand mijn verdiende loon bracht,
kreeg ik twee enveloppen: één met het
loon, de andere met het douceurtje van
de collega's.
De derde klas was mijn werkterrein en
ik kreeg mijn lokaal toegewezen in de
christelijke school in de David Eveking-
straat (school Vogel). Van de speelplaats
af loodste ik de leerlingen via de achter
deur, langs het huis van het echtpaar Heil
naar de zijdeur van school Vogel. Mijn
lokaal was net naast de woning. Heil was
kleermaker, stoker van kachels in de loka
len en verder onderhield het echtpaar het
gebouw. Zo kom je in de crisisjaren toch
nog aan een inkomentje.
Iedere morgen, zo tegen half elf, tikte
Heil of zijn eega tegen het raam, dat ik
dan opende om een kopje koffie in ont
vangst te nemen.
Na enige jaren belastte het hoofd, de
heer H. van de Berg mij met de vijfde
klassen, en ik moest toen verhuizen naar
de het gebouw waar ik thuishoorde. Ik
was de enige die een bevoegdheid had
om les te geven in Lichamelijke Oefe
ning. Als de meisjes van klas vijf en zes
Nuttige Handwerken hadden, kreeg ik de
jongens van beide klassen toegewezen
om gymles te geven. Een zaal was er niet
(de Wehrmacht was knap in het vorderen
Oral History