Evelien Marskamp en Tonny Zweden
Vlakbij de appartementencomplexen aan de Emmalaan en de Watertorenen
diep verscholen in de bosjesstaat een oude villa. Weinigen uit Zutphen zullen
op de hoogte zijn van de geschiedenis van dit huis: het is het restant van een
van de oudste wasserijen van Nederland. Evelien Marskamp en Tonny Zweden
hebben de geschiedenis van wasserij en huis op schrift gesteld.
Het begin van de wasserij
in 1753 werd Gerrit Lenderink aangesteld
door de Burgemeester en Schepenen
als "pachter van de Stadsbieike buiten
de Laarpoort." Aan de Warnsveldseweg
stond toen nog geen enkele woning, het
bedrijf lag als het ware op een schierei-
landje. De Berkel stroomde toen langs
het gebouw van de wasserij, zo ongeveer
ter hoogte van de plaats waar nu de tui
nen liggen. Schuin tegenover de huidige
Rembrandtstraat moet men zich een in-
undatiesluis denken; als de bewoners van
de wasserij daar overheen keken hadden
zij het uitzicht op de Varkensweide, waar
nog in het begin van de 20e eeuw de
schutters hun oefeningen hielden.
A(a)lbert Jan Lenderink (1762-1835)
pachtte jarenlang de buiten de Laarpoort
of Larepoort gelegen stadsbleek. Op deze
bleek, eigendom van de stad Zutphen,
stond een zogenaamd "washuis". In 1818
stemde de Zutphense gemeenteraad in
met het verzoek van Albert Jan Lenderink
om zijn washuis tot woning te mogen
bestemmen. De stadsbleek werd steeds
voor zes opeenvolgende jaren verpacht.
Waarschijnlijk was het een klein fami
liebedrijf, waarin behalve vader Albert
Jan zeker drie zoons werkzaam waren,
namelijk Abraham (geboren 1794), Gerrit
Jan (geboren 1796) en Hendrik Jan (ge
boren 1805). In 1831 verzocht Albert Jan
Lenderink om de stadsbleek nu aan zijn
zoon Hendrik Jan te verpachten, waar
mee de raad instemde.
Hendrik Jan Lenderink (1805-1878) zette
dus het familiebedrijf voort. De kadastrale
minuut van 1832 geeft een beeld van de
blekerij zoals die in de eerste decennia
van de 19de eeuw bestond. De blekerij be
vond zich op een laaggelegen uitgestrekt
terrein langs de stadsgracht, in de hoek
tussen de Berkel en de weg van Zutphen
naar Warnsveld (thans Warnsveldseweg).
Het huis had een L-vormig grondplan en
stond aan de stadsgracht - in feite een
aftakking van de Berkel - ingeklemd tus
sen twee van de drie op het terrein van de
blekerij gelegen, langgerekte watergangen.
De twee meest westelijke watergangen
hadden een bajonet-achtige vorm, over
eenkomst het beloop van de stadsgracht.
Op de kaart van gemeentearchitect Van
Etteger uit 1878 zijn deze goed zichtbaar.
Deze drie watergangen vervulden een
belangrijke functie in de blekerij van de
familie Lenderink en zijn hoogstwaar
schijnlijk in de 18de eeuw gegraven ten
behoeve van de blekerij.
Langs de watergangen lagen de bleek
velden, en direct langs de stadsgracht lag
een moerasachtige zone, deels beplant
met hakhout en wat opgaande bomen.
Bij de Berkel was de grond waarschijnlijk
wat minder drassig en hier lagen tussen
de watergangen enkele kleine percelen
bouwland en tuingrond.
De vrouwen die kwamen wassen maakten
gebruik van de bleek om er het wasgoed
uit te spreiden na het spoelen in het glas-
Wasserij Lenderink