door de Keyzer's leerlingen toegepasten
stijl op in allerlei karakteristieke bijzon
derheden. Zoo o.a. het eigenaardige
pyramidale beloop van de uit bergsteen
gehouwen sierstukken op de hoeken van
de geveltreden.
Op het eerste paar treden zware voluten,
op het volgende halve driehoekige fron
tons met gebroken bovenlijn, op den top
een desgelijks doorbroken driehoekig
fronton.
Op hoogst schilderachtige wijze zet
ten de versieringen der traptreden zich
voort tegen de verticale lijn van de vol
gende trede, alsof zij, van trede tot trede
opklimmend, de rechte hoeken willen
verbreken en het geheele beloop van den
gevelomtrek bepalen door een golvende
lijn, die met pyramidale sprongen over
de rechte hoeken heenstapt.
Het versieringsmotief der doorbroken
frontons herhaalt zich ook aan de bekro
ning der beide vensters boven de pui.
In de openingen die in het midden van
die frontons open blijven, is daar een
vaas-of pijnappelvorm geplaatst, een
versieringsmotief, dat zich herhaalt aan
den top van den gevel.
Niet onaardig doet ook tusschen de bo
venste geveltreden de ronde luikopening
(oeil de boeuf)
en de smeedijzeren muurankers.
Laat ieder onzer zich eens voor dat ge
bouwtje plaatsen, zich doordringen van
de schilderachtige schoonheid van het
bouwwerkje, en zich dan afvragen, of het
niet doodjammer zou zijn als dat geveltje
werd afgebroken.
Wij zijn er zeker van, dat velen daarop
bevestigend zullen antwoorden, en zich
de vraag stellen, of dat dan niet te voor
komen is.
Wij kunnen daarop antwoorden mis
schien wel, ni. als men hier in Zutphen
iets voor het behoud er van over heeft.
En wij stellen verder op onze beurt een
vraag: Is Zutphen een stad waar men zoo
weinig voor de schoone voortbrengselen
der oude kunst, voor de schoonheid van
de stad zelf gevoelt, dat het behouden
van dit fraaie bouwwerkje een onmo
gelijkheid zou zijn.Wij stellen de vraag.
Aan onze lezers het antwoord.
i
i
l
i
1'.
It
4
I
•mm
De Sprongstraat in de veertiger of vijfiger jaren.
m
f