toen haar ouders haar verboren
door den dood die vroeg of laat
alles weer verslinden gaat.
Isaac de oudste der twee kind'ren
mogt bewaard in zijne jeugd
zijner oud ren smart verminderen
en hun zijn tot troost en vreugd.
Isaac de Bruin*20) (1 715-1 780) zal het
brengen tot burgemeester van Zutphen,
maar heeft daarvoor een bijzonder hec
tisch leven, dat we kort willen overzien.
Hij wordt door Pruisisch werfvolk geron
seld en dient als soldaat in Wesel.
Voor veel geld weten zijn ouders hem
later vrij te kopen. Na de Latijnse school
studeert hij rechten in Harderwijk en
wordt advocaat in Zutphen:
In den stand van Pleitbezorger
wierd hij binnen Zutphen Borger
daar hij voorts als Advocaat
d' onderdrukten was tot Raad
en bepleitte hunne Zaaken
voor de vierschaar van 't gericht
om zoo tot hun vreugd te maken
dat voor 't Recht het onrecht zwicht.
En:
Waar toe hij ook wierdt verheeven
Zutphen toch zag aan hem geeven
't ampt van Burgemeesterschap
In dat ampt hem opgedraagen
mogt hij Zutphens volk behaagen
Dat in hem tot allen stond
eenen trouwen Raadsman vond.
Mr. Isaac de Bruin trouwt in 1 740 met
Bernhardina Aleida Lulofs (1 719-1 786).
Zij krijgen elf kinderen, waarvan er maar
vier opgroeien:
Maar ik moet mij nu begeeven
tot zijn kind'en vier in getal
Lotte Mie'2" d' eerst geboren
van mij tot mijn bruid verkooren
't geen ik nader melden zal (helaas zal de
schrijver(12) daar nooit aan toe komen,
maar hier noemt hij zijn vrouw).
De andere kinderen zijn Jan Hendrik de
Bruyn(22) (1 747-1 775), die in Leiden stu
deert en advocaat wordt. Later vervult hij
de functie van postmeester in Zutphen.
De zoon van Jan Hendrik, mr. Joan de
Bruyn (1 771 -1839) wordt in het begin
van de negentiende eeuw burgemeester
van Zutphen, net als zijn grootvader Isaac
de Bruyn(20). De twee dochters zijn Her-
manne Wilhelmine*23' (1 749-1826), die
met mr. Jan Valckenier trouwt en Aleida
Hadewich*24) (1 752-1829), die met Marti-
nus van Doornick (1 741 -1 797) huwt. Het
laatste echtpaar emigreert vanuit Deven
ter naar Amerika wegens malversaties van
de echtgenoot. Na zijn sterven keert Leid-
je, zoals ze in de familie wordt genoemd,
berooid terug naar Nederland.
Tot slot. De tweede dichter heeft zich
bladzijden lang met de Doetinchemse
en Zutphense familie beziggehouden en
vindt, dat nu zijn familielijn aan de beurt
is en gaan we terug naar Gorinchem:
Maar 't wordt tijddat ik mij keere
tot de geenendie ik eere
als die mij zoo groot als klijn
door geboort de naaste zijn
en Zoo moet ik dan ook nader
gaan vermelden van 't geslacht
dat mijn waarde groote vader (7>
uit zijn vrouw heeft voortgebracht.
Uit dit huwelijk van ds. Floris de Bruin*7'
met Anna Eekhout, gesloten in 1680,
worden twaalf kinderen geboren. Het zijn
de ooms en tantes en de vader van de
schrijver.
Zie vooral ook, voor de jaartallen, op
nieuw het familieoverzicht.
Franck Adriaan overlijdt jong en Sara
Mia *25) wordt maar zeventien jaar. Geer-
truid*26) trouwt met ds. Hendrik Colaert en
heeft een heel ongelukkig huwelijk:
Ging zij dit haar Huw'lijk in
tegen haar es Vaders zin
die gem aki ijk af kon Leien
uit het grilziek naturel,
van Heer Kool aart, dat dat vleien
gantsch niet zou met haar gestel
Adriaan werd maar zes jaar oud en dan
wordt Franco de Bruin*27' geboren, hij
wordt dominee in Kedichem, Zuidland,
Deventer en Amsterdam. Daarna volgen
drie dochters, Johanna*28', die met do
minee Nicolaas Bellaart trouwt; Adriana
<29' wordt een oude vrijster en doet het
huishouden bij haar broer Franco, de
dominee:
haar die wars van aardsch gedruis
in haar Broeder Franco's huis
Liever stil verkoos te leeven